Jouw hart van asfalt
Proleten gooien het tussen de raderen van de eeuw
En je elektrische oog brandt boven hangende tuinen
Gele trein van de ondergrondse
Vlucht naar de lieflijke bronnen van de avond
Berlijn, kroeg van de planeet die je bent
Hoe ervaar ik de oertijd!
De autobus ontstijgt onderwerelden
Hersens bruingebakken bij Kempinsk
Vet bevingerde profeet
Boven pruisisch blauwe postboden
Broeder: ach, de as van de hemel wankelt
Slaat je hoge hoed dicht
Maar in de bioscoop kronen ze nog koningen
Kant en Einstein glimlachen populair
De cultuur! Cultuur! Cultuur!
Naar de negers telegrafeer je je leugens
Kleine meisjes hebben een papieren hart
Schaduwrijk paradijs van banken langs de promenaden
Je lentes van tule en lindenbloesem
Daar houdt de pandjesbaas van
In marmer moet het kolossale pralen!
Torens zijn er noch goden;
Maar het kwadraat van de bank, tuchthuis van Moabit:
En Egyptisch
Lijkt het standbeeld van de diender
Bij de automatiek
Daar ontsnapt mijn proleet aan het jenevermoeras!
Vrijheid! kauwt de moede muil van de honger
Vrijheid! Tsjilpt de verre artillerie
Vrijheid! in oprukkende kolonnes
Hymnen schrijft de rode redacteur!
En de orgels ruisen: O Suzanna!
Heilige rozen bloeien in het Landwehrkanaal
Laatste roos van Duitsland!
Alles wat goud was verschraalde tot gratis bier
Dat het asfalt van de meute oplost –
O Berlijn, jij netel langs de kruisweg van het oosten
Verdor aan je stof verpulver vergetelheid