Als document presenteert Raster een aantal artikelen uit de Physiologus en enkele middeleeuwse Bestiaires. Het meest opmerkelijke aan deze bestiaria is, voor een hedendaagse lezer, dat er geen onderscheid wordt gemaakt tussen bestaande en denkbeeldige dieren. Ook al had het bestiarium naturalistische pretenties, het dier was vooral een symbool en de beschrijving werd door de stichtelijke en didactische bedoelingen een zinnebeeld. Maar het oude bestiarium vertoonde desondanks de sporen van sprookjes, fabels, mythen en reisverhalen en het genre zou in andere literaire vennen opgaan zoals het volksboek, de moderne fabel, handleidingen voor de jacht, maar leidde ook tot een meer studieuze benadering van het dier zoals in de zoölogie. Een model voor moderne dierenverhalen is het niet, wel een voorbeeld, met de nadruk op beeld, en dan vooral voor fabeldieren – denk maar aan Het boek van de denkbeeldige wezens van Borges, Le Bestiaire van Apollinaire of Histoires naturelles van Jules Renard. Inmiddels heeft het begrip ‘bestiarium’ de veel neutralere betekenis gekregen van een serie beschrijvingen van dieren, een persoonlijk gekleurd dierenprentenboek, een menagerie van beelden. Een aan strikte regels gebonden genre is het bestiarium zeker niet meer, maar reminiscenties aan de vroegere symboliek spelen nog altijd, soms aantoonbaar mee.

In de vorige aflevering, Raster 86, met als subtitel ‘Natuurlijke historie’, staan verhalen en essays over de beeldvorming van dieren; deze aflevering bevat uitsluitend bestiaria, vertaalde en integrale, en de redactie heeft materiaal verzameld voor een nieuw bestiarium. Daaraan heeft een groot aantal auteurs meegewerkt, die de volgende vraag kregen voorgelegd:

‘Voor dit lexicon vragen wij u een lemma voor uw rekening te nemen (meer dan één mag ook) met de beschrijving van een reëel bestaand, uitgestorven, samengesteld, bedacht of denkbeeldig dier (of eventueel een mens in dierengedaante; een zelfportret is evenmin uitgesloten).

‘In de vorm is iedereen vrij, het kan een encyclopedische beschrijving zijn of een gedicht; de bijdrage mag ook geïllumineerd worden door een tekening of foto.

‘Zonder een profiel te willen geven, hebben we wel een aantal vragen aangaande de biotoop van het dier. Bij voorbeeld: waar komt het voor, hoe ziet het eruit, welke kleuren heeft het, hoe groot is het, hoe ruikt het, hoe plant het zich voorts welke taal spreekt het, wat heeft het met de mens te maken en hoe ziet het de mens; kent het pijn, schaamte, (metafysische) angst, vertoont het vluchtgedrag of is het agressief, doet het aan denken, voelen, ontwerpen, is het behept met zelfbewustzijn, toekomstplannen, gereedschap, oorlogstuig, begrafenisrituelen? enz. enz.’ – Hierna enkele proeven van oude en nieuwe bestiaria.