I Het Mechanische
II Het Elektrische
III De Mantel
IV Het Model
V Het Handelen
VI Het Bewegen
VII Het Kijken
VIII Het Lezen
IX Het Circuit
X Het Produkt

13 Aarde (1)

Het elektrische apparaat verschilt wezenlijk van het mechanische, en wel vooral hierin dat zijn komponenten niet bewegen.
Bewegen betekent, zich op een of andere wijze van de aarde losmaken. Mechanische instrumenten, werktuigen en machines houden zich hierom per definitie boven de aarde op: op werkhoogte. Zij huizen op tafels, staan op poten en voetstukken, zijn’schoon’ en glimmen.
Daarentegen is het ‘thuis’ van elektriciteit de aarde. Bij elektrische apparaten ligt de mantel letterlijk aan aarde: het ‘huis’ letterlijk aan ‘thuis’. Op deze wijze wordt het ‘binnen’ van een elektrisch apparaat geïsoleerd van aarde.
Wanneer een elektrisch apparaat funktioneert, staat het ‘binnen’ onder spanning. Dat wil zeggen dat het ‘binnen’ zich met spanning van de aarde en uit de mantel losmaakt, in de richting van de gebruiker. De gebruiker wordt gedood wanneer hij het ‘binnen’ op dat moment aanraakt: een fatale wisseling van rollen en posities.

Okkulte seance met elektrische geleiding, ca 1929. Rudi Schneider en Harry Price laten zich doorstromen met kwasi elektrische ‘krachten’. Zij isoleren zich van aarde door hun voeten in metalen sokken te steken. Zo spelen zij letterlijk met (hun) leven. (Spirits and Spirit Worlds, Roy Stemman. London, 1975)

Prof. Artemieff demonstreert een door hem uitgevonden schokvrije overjas, ca 1900. Artemieff isoleert zich met zijn schokvrije jas zodanig van aarde dat de elektrische hoogspanning niet via zijn lichaam de cabine kan verlaten. Integendeel: als een gevangen vogel wordt de elektriciteit door Artemieff gedwongen tussen punten van secundair belang heen en weer te springen – waarvan de lichtsporen getuigen. (De Wonderen der Techniek dl. III, H.J. Borgerhoff ca. 1900)

14 Dof

In morfologische zin zijn elektrische komponenten niet strak, taai, elastisch, glimmend, hard en zwaar zoals mechanische komponenten, maar dof, zwak, dun en licht. De kontouren zijn niet gespierd en vloeiend, maar geometrisch en abstrakt: vlak, bol, lijn, lus, punt. Ze zijn gemaakt van zacht koper, zink, zuur, kool, vet en worden omkleed met isolerend textiel, en begrensd door hard glas en porselein.

15 Klasse (1)

Het ‘aardse’ van elektriciteit maakt tevens haar klasse uit.
Elektriciteit is onder de materies de armste en meest uitgebuite. Zij ‘bewoont’ schamele vormen, opgebouwd uit wat platen tegenover en op elkaar en met draden aan elkaar verbonden. Zij artikuleert in stoten, zonder schaal en syntaxis.
Daarentegen is het ‘thuis’ van licht niet de aard maar de zon! Wanneer teleskopen, kijkers en zonnewijzers op licht gericht worden, doorkruist het licht deze instrumenten maar bewóont ze mimmers. Na passage rest bijvoorbeeld geen stofwolk of geur, zoals bij elektriciteit na blikseminslag.
Vanwege de hoge klasse van licht ciseleerden de beoefenaars van optiek uit de vorige eeuwen hun instrumenten met fijn-geribbelde gradenbogen en instelschalen die zorgvuldig als kanten kragen om lenzen en knoppen werden gedrapeerd. Als uiting ook van het prettige cerebrale gevoel met een artikuleerbare stof te maken te hebben.

Twee aarde-platen voor een hoogspanningsinstallatie, 1965. Lanceerbases van waar elektriciteit uit de aarde treedt, en ernaar terugkeert. De platen liggen letterlijk plat op aarde, hetgeen de klasse van de apparatieve elektriciteit – bijvoorbeeld tov. de optiek die zich doorgaans zo’n paar meter boven aarde ophoudt – afdoende karakteriseert. (Foto: T.H. München)

16 Klasse (2)

De elektriciteit werd tijdens de 17e en 18e eeuw – de bloeiperiode van optische, topografische, mechanische en wiskundige wetenschappen – om zijn lage klasse en zijn ongeartikuleerd voorkomen, letterlijk uit de materie en desnoods uit de ledematen van mensen en dieren gejaagd met instrumentale middelen, die qua bediening en konstruktie duiden op afpersing en expansiedrift. De oudste elektrische instrumenten verschilden dan ook in hun verschijningsvorm in niets van martelwerktuigen die, of ze nu op mensen, dieren of op de materie werden toegepast, hetzelfde beoogden: het afdwingen van wat voor de afperser verborgen is – namelijk kracht en kennis.

Ontladingsaccessoires, 1790-95. Het in nabijheid brengen van messcherpe punten bij elektrisch geladen lichamen dwingt de elektriciteit zich te manifesteren. De verwantschap van dit soort accessoires met martelwerktuigen is niet anekdotisch doch wezenlijk. (Teylers Museum, Haarlem)

Bliksem doodt prof Richmann van de Keizerlijke Academie te St. Petersburg op 6 augustus 1753. Wanneer elektriciteit verschijnt gebeurt dat als een vuistslag zonder enige aankondiging vooraf. (Early Electrical Machines, B. Dibner, Norwalk, 1957)

Animale elektriciteit. Het martelen van dieren is de metafoor voor materie-uitbuiting in de ruimste zin. Dat wat via dergelijke proefnemingen ‘vrij’ komt staat in geen verhouding met de wijze waarop het verkregen wordt. (Untersuchungen über tierische Elektrizität, Emil du Bois-Reymond, Berlijn. 1848-1854.

17 Fles

De elektriciteit werd tijdens ‘vermakelijke proefnemingen’ in de salons van de toenmalige degenerés met het oog op haar klasse voorgesteld als een soort (vloei)stof die in staat was zich op kommando van her naar der te bewegen.
Hoogtepunt van dit soort bezigheden vormde de idee om elektriciteit volgens goed hollandse traditie in ‘flessen’ op te potten: voor later. De werkelijke betekenis hiervan is echter dat hiermee voor het eerst, met behulp van elektrische middelen, het principe aan de orde werd gesteld om de afstand tussen arbeid en arbeidsresultaat niet alleen in ‘tijd’ maar nu ook in ‘weg’ te verwijden: goed nieuws dus voor de handelaren in arbeid rond 1746.

18 Verwijding

Er zijn drie manieren om elektrische kracht uit materie op te wekken: elektro-chemisch door stoffen te mengen, elektro-statisch door materialen te wrijven, en elektro-dynamisch door elektriciteitgeleidende materialen met behulp van draaiende mechanische komponenten te bewegen. Bij alle drie manieren, maar vooral bij de laatste, vindt op direkte of indirekte wijze een transformatie plaats van lichamelijke arbeid in elektrische, waarbij vooral de faktor ‘weg’ aanzienlijk wordt verwijd.
Het gevolg van deze verwijding is tweeërlei: vanuit de arbeider bekeken valt het resultaat van zijn energetische lichamelijke arbeid definitief buiten zijn gezichtskring, en er ontstaat zoiets als arbeid-op-afstand waarbij vanuit de konsument bekeken de faktor ‘kracht’ gereduceerd wordt tot de kracht die nodig is om een knop in te drukken. Met andere woorden: veel radikaler dan met mechanische middelen mogelijk is, ontkoppelt de elektriciteit arbeid van arbeidsresultaat en daarmee de arbeid van degene die hem verricht. Bovendien verdwijnt tengevolge van de hiermee samenhangende verwijding van de faktor ‘weg’ het verrichten van arbeid door derden uit het zicht van de konsument, en neemt zijn verantwoordelijkheid ervoor, evenredig met deze verwijding, af.

19 Vreemd (1)

Bij huishoudelijke elektrische apparaten is de verwijding van ‘weg’ kompleet. De werkelijke aandrijfkracht van dit soort apparaten bevindt zich op veilige afstand van ‘huis’. Binnen de huiskamer werkt het huishoudelijke apparaat zoals een gehoorzaam en zoet kind behoort te spelen: zoemend en volgens een eigen en betrouwbaar gedragspatroon. Het feitelijke agressieve karakter van deze ontvreemde en vervreemde energie wordt door de fabrikanten van dergelijke apparaten versluierd door de zachte en poezelige behuizingen die zij ervoor weten te verzinnen. Het is geen toeval dat alle huishoudelijke elektrische apparaten qua kontour, kleur en aanvoelerigheid verwant zijn aan het plastic speelgoed dat door boze babies van tijd tot tijd als ongewenst uit hun boxen wordt gesmeten. Het gelijk is aan de babies.

20 Vreemd (2)

Wordt met het verwijden van de faktor ‘weg’ het verwijden van ‘tijd’ gekombineerd, dan is er altijd een vorm van agressie in het spel ook al vindt dit nog zo versluierd plaats. Het duidelijkst treedt dit aan het licht wanneer geaccumuleerde ‘tijd’ volgens het wie-wat-bewaart-heeft-wat principe wordt omgezet in een kortstondige slag of stoot; zoals bij de traditionele katapult, de pijl en boog, de vuistslag, en het fraaie dynamiet van Nobel.

21 Vreemd (3)

Een goed voorbeeld van de gelijktijdige werking van verwijding van ‘weg’ en ‘tijd’ vormt het gedrag van de paarden die indertijd wegsprongen voor de eerste stoomlokomotieven rond 1830. Dit wegspringen berust op het feit dat het tijdsverloop tussen het opladen van de stoomketel en het in beweging komen van de machine door de paarden als een daad van agressie werd ervaren. En gelijk hadden ze. Want wanneer de beesten in het veld zouden zijn doorgegaan met springen steeds wanneer een machine in werking treedt, dan zou er nu geen kernenergieproblematiek bestaan.

Inrichting van een lokomotief om vee van rails te verdrijven, 1884. De uitvinder heeft er wat op gevonden om paarden van hun land te verdrijven: hij spuit ze gewoon weg zoals in onze tijd mensen worden weggespoten die zich tegen de vestiging van kerncentrales keren. (U.S. Patent Office no. 292.504, 29 jan. 1884)

22 Aarde (2)

Een ander goed voorbeeld hoe verwijding van ‘weg’ en ‘tijd’ kan ingrijpen in het denken over arbeid – in dit geval over het bewerken van de aarde – heeft Eisenstein in beeld gebracht met zijn film ‘De Generale Lijn’ uit 1926/28. Hij stelt daarbij het technisch denken binnen een zich revolutionair ontwikkelende samenleving, de bolsjewistische, aan de orde.
Enerzijds toont hij de ouderen: zij leven met de aarde en gaan er tenslotte in ten onder. Zij werken letterlijk als paarden – zich dood. Anderzijds de jonge generatie: zij ontwikkelen eerst technische hulpmiddelen en bewerken er pas daarna de aarde mee. De ouderen zijn voortdurend met de aarde bezig, terwijl daarentegen de jongeren (in afzondering) technologie bedrijven: zij konstrueren een traktor.
Eisenstein toont na twee uur film hoe deze (reddende) traktor als het ware uit de aarde oprijst – uit de aarde geboren wordt – dezelfde aarde waarin ouderen ten onder gaan. De techniek stijgt ‘als natuur’ uit de aarde, de mensen dalen en sterven ‘als stof’ in de aarde: een staaltje van wishful thinking. De vraag is of Eisenstein het goed ziet. Deugt deze registratie van een opwaarts gerichte vooruitgang? Is de camera waarmee Eisenstein werkt immers niet van dezelfde makelij als de traktor – zij het op andere schaal en moet zij dus niet een partijdige waarnemer genoemd worden?

De traktor rijst uit de aarde op, 1926 – 28 (S. Eisenstein, ‘De Generale Lijn’, 1926-28)

Zij werken letterlijk als paarden – zich dood, 1926-28. (S. Eisenstein, ‘De Generale Lijn’, 1926-28)

23 Spanning

In fenomenologisch opzicht verschillen elektrische apparaten van mechanische in ‘strakheid’ en elasticiteit. Met de hijskraan is dit verschil goed aan te tonen. Mechanische hijskranen kenmerken zich doordat de hijskabel naar de katrol toe op dezelfde wijze strak gespannen is als de hijskabel van de katrol tot de last, want er staat ‘mechanische spanning’ op. Bij elektrische hijskranen hangt de hijskabel naar de katrol – die nu aangevuld is met een elektromotor – slap en in lussen, want er staat ‘elektrische spanning’ op. Van de feitelijke hijsarbeid is niet meer over dan het overhalen van een hendel aan het uiteinde van de slappe kabel. Het werkelijke hijsen gebeurt elders, honderden kilometers verder. Een voorbeeld van ‘surrealisme’ in het gebruik van werktuigen en machines tijdens onze dagelijkse arbeid, waarmee wij inmiddels volledig vertrouwd zijn geraakt. Hijsen met behulp van mankracht vinden we nu een staaltje van ‘vervreemd arbeiden’: Leuk om naar te kijken, niet om het te doen.


I Het Mechanische

II Het Elektrische
III De Mantel
IV Het Model
V Het Handelen
VI Het Bewegen
VII Het Kijken
VIII Het Lezen
IX Het Circuit
X Het Produkt