Die sterren zijn de weldoorvoede voorzaten
Van deze donkere heuvels, gekromd als knechten,

En van mijn bloed.

De dood van een mug is een sterremond: haar huid,
Zoals die van Maria en Semele, teer

Als de huid van vuur:
Een ster viel op haar neer, een zon heeft haar verslonden.

Mijn eetlust is bij machte
Nu Orion en De Jachthond te behappen

Met een mondvol aarde, mijn stapelmaal.
Klasse van wormen en wortels, kruipend waar iets valt te halen.

Een ster doorboort de slak,

De boom is in de sterrenbeelden blijven haken.
Mijn schedel nestelt tussen voelhoorns en geveerde varens.