Tijd voor een plaatje. Na een reeks omslagen, Raster 106, 107 en 108 die uitsluitend typografisch waren vormgegeven, werd het tijd voor een omslag met een afbeelding.

Vooral de nummers 107 (Poëzie) en 108 (Nee) vroegen om een letteromslag. Nummer 106 (De plek) had ook anders gekund. Bijvoorbeeld met behulp van het schaakbordschema met de tekst ‘Zwart wint in 39 zetten’ van K. Schippers uit Een leeuwerik boven een weiland. Daarmee had ook een goed omslag gemaakt kunnen worden. Te laat aan gedacht.

 

Maar nu Filippica. Met een plaatje dus. Niet zo eenvoudig maar Jacq Vogelaar hielp mij uit de brand door met een afbeelding aan te komen van een pleitende advocaat, een reproductie van een schitterende aquarel, ‘un avocat plaidant’, geheten van ± 1850 uit een boek met reproducties van het werk van Daumier, dat als catalogus had gediend bij een grote intemationale Daumier-tentoonstelling in 1999-2000. Probleem was dat de aquarel zo duidelijk een advocaat uitbeeldde. Logisch, dat was ook Daumiers model geweest, maar het Rastemummer gaat over filippica of lofrede in algemene zin. Met de zwarte toga en witte bef werd hier overduidelijk een advocaat getoond die aan het woord is. Ik vond het te specifiek. Te veel een met veel overtuiging en emotie gebrachte pleitrede. Een pleidooi.

Gelukkig stond in het boek ook nog een afbeelding van een tekening met de titel ‘Le Défenseur’ uit ±  1865 van een advocaat vrijwel gelijk aan de aquarel, vooral in gebaar. Gelaatsuitdrukking minder bevlogen maar bovenal minder expliciet advocaat in de kledij: toga niet diepzwart, bef niet helder wit. Daar staat tegenover dat de onschuldige boef hier wel aanwezig is maar die kon ik, eigenlijk moest ik, buiten beeld laten vallen. Overigens, met een paar streepjes en veegjes het portret van de boef: arm, ongeletterd en treurig in prachtig contrast met de welbespraakte, ijdele pleitredenaar. (Ik wilde hem u niet onthouden, ziehier het motief dit stukje te schrijven en vooral te illustreren.)

Natuurlijk zal de zorgvuldige beschouwer de pleitende advocaat wel herkennen, toga en bef zijn immers wel degelijk aanwezig, maar minder duidelijk. Niet in de eerste plaats.

De keuze was gemaakt, het plaatje gevonden.

Heel even hebben nog een paar afbeeldingen van Grandville meegedongen; maar moeilijker te beletteren, met name de stier lastig te reproduceren – te donker – en de interrumperende lynx was mij te kattig maar vooral: ik was al verliefd geworden op Daumier.