Ik schrijf deze notities op 5 december 1989. Ze zijn tegen de tijd dat ze verschijnen misschien alweer absurd gedateerd.
Dat is precies waar het om gaat. De snelheid van de gebeurtenissen in Oost-Europa, de hectische ingewikkeldheid van ineenstorting en reorganisatie zijn zo groot, dat ze de ochtendkranten ‘s avonds alweer tot oud papier hebben gemaakt. Vergelijkbare accelarados hebben zich misschien wel eerder afgespeeld: in Frankrijk van juni tot september 1789 (er is een beangstigend verband tussen dat jaartal en het onze); of tijdens de ‘tien dagen die de wereld schokten’ in het Petrograd van Lenin. Maar de geografische schaal van de aardbeving die nu aan de gang is, de ideologische en etnische diversiteit ervan, de wereldomvattende belangen die ermee gemoeid zijn, maken het bijna onmogelijk er zinnig op te reageren, laat staan enige zinvolle voorspelling te doen omtrent wat er staat te gebeuren. Iets van opgetogen ironie is juist tegenover deze triomf van het onverwachte wel geoorloofd. Geen enkele topeconoom, politieke strateeg, ‘Kremlinoloog’ of sociaaleconomische specialist heeft voorzien wat we nu meemaken. Er was wel allerlei gespeculeer over het verval van de bureaucratie en de distributiemiddelen in de Sovjet-Unie. Er hing iets als een uitdaging van het bewind in de lucht in Polen. Maar het hele pretentieuze jargon, de econometrische tabellen, de wetenschappelijke studies over de internationale betrekkingen zijn ijdel gebleken. We zijn terug bij Plutarchus. De apocalyps van de hoop is teweeggebracht door één man.
De historici zullen dikke delen vol wijsheid achteraf produceren, de sociologen en economen zullen goochelen met doorslaggevende feiten en voorspelbare zekerheden. Flauwekul. Een feit is dat we vrijwel niets weten van de intuïtieve paniek, de gealarmeerde visie, de sprong van de gokker in het ongewisse die hebben geleid tot Gorbatsjovs aanslag op de oude, verkalkte maar zeker nog te handhaven orde. Als Plutarchus geen antwoord geeft, zijn we terug bij het wonder, bij de tranen van de Zwarte Madonna om Polen, bij de in wierookwalmen gehulde heiligen en patriarchen die hun hart hebben laten bewegen door de lange wurging van Hongarije en Bulgarije. Terug bij de raadselachtige polsslag van het messiaanse.
Tweede kanttekening: de wezenlijke tweeslachtigheid in de rol van de Verenigde Staten. Die rol is nu op bijna surrealistische wijze onbetekenend. Bush, dobberend op de golven van Malta, is een treffend beeld. De VS lijken een provinciale kolos te worden zonder kennis van of belangstelling voor Europa. Een reus die zijn logge handen vol zal hebben aan Latijns en Centraal Amerika en aan de ridicule bescherming van Japan. Europa staat weer alleen.
Aan de andere kant is het imago, de ‘symboolwaarde’ van Amerika doorslaggevend geweest. De miljoenen die door de opengebroken Muur naar het westen zijn gestroomd, de jongeren van Boedapest, Sofia, Praag of Moskou, zijn niet dronken van de een of andere abstracte passie voor vrijheid, voor sociale rechtvaardigheid, voor het tot bloei brengen van de cultuur – we zijn getuige van een tv-revolutie, een rush op de ‘Californië-belofte’ die Amerika de gewone man op deze vermoeide aarde heeft voorgehouden. Amerikaanse normen op het gebied van kleding, voeding, voortbeweging, amusement, huisvesting vormen vandaag de concrete utopie van revoluties. Misschien is de desintegratie van de regimes wel onvermijdelijk geworden toen er ten oosten van de Muur naar Dallas gekeken kon worden. Videocassettes, porno-cassettes, cosmetica en fast food naar Amerikaans model waren de trofeeën die door de in vrijheid gestelden van elke West Berlijnse toonbank werden gerukt, niet uitgaven van Mill, De Toqueville of Soltsjenitsin. De nieuwe tempels van de vrijheid (die droom van 1789) zullen MacDonald’s en Kentucky Fried Chicken zijn.
Dat levert een paradox op: terwijl de VS verzanden in hun eigen ‘belofte van geluk’ als totaalpakket voor iedereen, roept de naglans van die belofte wezenlijke dromen op in Oost-Europa en zeer waarschijnlijk ook in het na-middeleeuwse, Aziatische moeras van de Sovjet-Unie.
Alles kan nog steeds misgaan. De positie van Gorbatsjov lijkt aan een zijden draad te hangen. Het is duidelijk dat de oude garde van rechts wanhopig is en dat de nieuwe radicalen van links krankzinnig zijn van ongeduld. De onverschilligheid van de Slowaken waait als een kille wind door de nieuwe Praagse lente. Kan aan de zwakzinnige en sadistische zelfdestructie van Roemenië een halt worden toegeroepen? Wat zal er gebeuren als Joegoslavië uiteenvalt? Ze hebben niet alleen in Peking grote pleinen die ideaal zijn voor tanks. Je bidt en hoopt en juicht en wordt razend op de lauwe bureaucratieën van de Europese Gemeenschap en het preutse neo-isolationisme van het Engeland van Thatcher. Overal zijn we getuige van een bijna krankzinnige race tussen herrijzend nationalisme en haat tussen etnische groepen, en de tegenkrachten van potentiële welvaart en vrij verkeer.
De variant van het joods-messiaanse idealisme, bepaald door het profetisch visioen van een koninkrijk van rechtvaardigheid op aarde, die we marxisme noemen, heeft honderden miljoenen mannen en vrouwen ondraaglijke beestachtigheid, lijden en mislukking gebracht. Dat dit juk is weggenomen, noopt tot grote dankbaarheid en opluchting. Maar de bron van dit gruwelijke bureaucratische wanbeheer was op zichzelf niet verwerpelijk (zoals die van het racisme van de nazi’s): hij ligt in de verschrikkelijke overschatting van het menselijk vermogen tot altruïsme, tot zuiverheid, tot het leven naar intellectueel-filosofische waarden. De theaters in Oost-Berlijn gaven voorstellingen van de klassieken, terwijl de mensen heavy metal en Amerikaanse musicals wilden. In de etalages van de boekwinkels stonden Lessing en Goethe en Tolstoi, maar de mensen droomden van Archer en Collins. De huidige ineenstorting van de despotische marxistisch-leninistische regimes markeert het van haat vervulde einde van een eerbewijs aan de mens – dat waarschijnlijk op een illusie berustte, maar op zichzelf positief was.
Wat zal zijn plaats in het roerige vacuüm innemen? De klauwen van de fundamentalistische religie krabben aan onze deur. En het geld krijst tegen ons. Het westen bewoont een van geld bezeten amusementspark. De wetenschappelijk-technologische speelautomaten rinkelen en glinsteren verleidelijk. Maar de geboden van privacy, van de autonome verbeelding, van tact en spiritualiteit en gewetensvolheid tegenover waarden die niet van direct praktisch nut zijn, verliezen hun kracht. En we vernietigen de wereld van de natuur.
Alleen een autistische mandarijn zou de massa van zijn medemensen de verbeterde levensstandaard, het brood en de spelen willen onthouden waar ze zich nu heen vechten, emigreren of dromen. Maar als men behept is met de kanker van het denken, de kunst, de bespiegeling over het utopische, dan zijn in het hart van het carnaval de schaduwen evenzeer aanwezig.
Aan de ene kant de knoet, aan de andere kant de cheeseburger. De goelag in het vroegere oosten, de panty-reclames tussen de beelden van de verbrandingsovens van Holocaust op de tv in het nieuwe westen. Als de mens mens wil blijven, moet bewezen worden dat die keuze niet deugt. Zal het instorten van de muren de keuzemogelijkheden rijker en zinvoller maken, meer afgestemd op de vermogens en beperkingen van de mens? Alleen een dwaas zou zich aan voorspellingen durven wagen.
ps ii december. De gebeurtenissen hebben inderdaad de laatste zes dagen een versnelling ondergaan. De geheime politie van Praag wordt nu geleid door een man die minder dan een maand geleden haar gevangene was. Er is geen Oost-Duitse regering meer. Bulgarije ontwikkelt zich in de richting van een meerpartijenstelsel. De Baltische republieken komen in verzet tegen Moskou.
Ik kan de formulering van de marxistische overschatting van de mens nader preciseren. Het was voor de zoveelste keer de fout van Mozes (denk aan zijn wanhopige woedeaanvallen en aan zijn dood in het zicht van het beloofde Land) en de illusie van Christus. Zal, nu die vergissing en de verschrikkelijke schade die zij heeft aangericht weer eens duidelijk zijn en kunnen worden goedgemaakt, de Jodenhaat in zijn steeds terugkerende eschatologische betekenis, weer oplaaien? Er komen al zorgwekkende signalen uit Hongarije en Oost-Duitsland.