Voorwerpen vanzelf laten bewegen

iedere keer denken dat deze keer niet telt

iedere keer denken dat dat van nu niet echt is

een scheurend geluid van zijde in de lucht

zo hard mogelijk naar binnen rennen

en je verbergen

 

via een kiertje gluren

met een klein stemmetje zeggen: volgende keer, oké?

 

wanneer alles aan het gebeuren is en tot je bewustzijn doordringt

verwijdert dat bewustzijn het gebeuren

uit het gebeuren

maar om een dag later te kunnen zeggen:

‘eigenlijk’

of:

‘ooit’

 

denk je iedere keer plechtig:

‘de volgende keer telt beslist meer dan deze keer’

 

waarmee de volgende keer van de volgende keer

wordt gedefinieerd

 

of de volgende keer dat je voorbereid naar buiten rent

roepen:

‘telt niet’

 

voorwerpen vanzelf willen laten bewegen

uit ongeduld

wat dan inderdaad ook gebeurt

ziet iedereen vervolgens

een stoel vanzelf aankomen

‘telt nog steeds niet’

zwakjes zeggen

‘zelfs deze telt niet telt niet’

 

Soul

een vrouw die jaren geleden is gestorven keert terug

voor een ontmoeting met ons

we voelen haar maar zien doen we haar niet

we horen dat haar stem ons wijst

op een projector in de werkkamer (altijd

al stond hij daar) de handprojector maakt een roterend

glijdend geluid en richt een straal (altijd

één straal) omcirkelt een andere hoek van de kamer

en daar in die straal

verschijnt zij vervolgens

 

zoals geesten behoren te verschijnen

betoverd vergeten we te vragen naar de details van hierna

ze is helemaal vervaald

als een zwart-witfoto

 

wij hier

in het donker raken we doordrongen van onze kleur

en worden rusteloos en bezorgd

en praten in onszelf

 

en verliezen plotseling ons geheugen

over zo’n ontwaken zeggen we

het heeft wat geregend en zijn dan heel

bang voor de scheiding

die deze regen zal onderbreken

in de warme kamer in de regen

warme warme warme

kamer

voelen we altijd aarzeling

 

Haar een fruitmand brengen

vandaag was ik ergens waar iemand me zei dat ik voortaan niet meer hoef te komen / ik zei dat ik er toch ook al niet graag kwam / dat sommigen er wel komen daar heb ik niks mee te maken / ik ging terug naar mijn huurflat en stoomde een vis / een vriend kwam langs en samen aten we de vis / toen we de vis op hadden zei hij dat hij sinds kort niet zo lekker in zijn vel zat / zijn werk kwijt / verder de trein naar het zuiden gemist om werk te zoeken / al dat werk kost je moeite en energie en vergalt je hele leven zei hij / dan koop je natuurlijk een huis met een hypotheek en een auto en dan zoek je een vrouw / je krijgt een paar kinderen je vindt het gênant als de kinderen te veel op je lijken als ze niet lijken vind je het ook gênant / we spraken wat over het verschil tussen huisbaas zijn en huurder / en toen deden we het / hij vroeg hoeveel minnaars heb je en ben ik anders / ik zei wat een onzin natuurlijk ben je anders / hij bleef doorvragen hoe anders / ik zei je bent gewoon anders en als je per se wilt weten hoe anders dan zeg ik gewoon oké je bent net zoals zij / dat zie je meteen als je naar me kijkt zei hij / je verwacht hoe dan ook het slechtste zei ik / ja daar word ik rustig van zei hij / we keken samen naar de video van de kleine zeemeermin / hij huilde toen de kleine zeemeermin haar stem kwijtraakte / we bleven onze favoriete passages terugspoelen / aten toen nog een gestoomde vis / ik legde tarotkaarten om te kijken of hij werk zou vinden en hoe het met ons zou gaan / je vindt geen werk zei ik / o nee zei hij / nee je hoeft het niet eens te proberen / wat moet ik dan / je moet niks daar word je rustig van zei ik / gaan we dan trouwen vroeg hij / ook niet zei ik / er klopt niks van die kaarten zei hij hoe weet ik trouwens dat ze de waarheid spreken / dat weet je niet zei ik daar kan ik ook niks aan veranderen / waarom geloof jij ze dan / in die ene seconde dat ik de kaarten leg zei ik berekenen alle causale verbanden sinds het ontstaan van de wereld achter de schermen vanzelf de juiste kaart / weg met die hele kosmos zei hij / als de hele kosmos er niet was zouden we hier nu geen kaarten kunnen leggen zei ik / ik had er geen zin meer in en zei ik wil verhuizen / nou leg dan een kaart om te kijken of je een huis kunt vinden zei hij / ik legde een kaart / de kaart zegt dat ik een huis vind / vraag dan nog eens of ik er met je kan wonen zei hij / de kaart zegt van niet / we deden het nog een keer / we wisten toch niet wat we anders moesten doen / daarna ging hij weg / ik heb hem niet meer gezien sindsdien / misschien gaat het nog anders aflopen maar dat weet ik nu nog niet / een vriendin belde op en zei o ik weet echt niet of hij nou wel of niet van me houdt / hij houdt van je zei ik / hoe weet je dat zei ze / omdat hij niet van mij houdt zei ik / ze hing op / ik legde de kaarten weer / ik wist dat ze zo nog een keer zou bellen om te vragen en hou jij dan van hem / inderdaad belde ze / ik zei ja omdat ik zin had om haar te pesten / ik wist dat ze hem meteen zou bellen om te vragen zij houdt van jou waarom jij niet van haar / ze verwachtte dat hij zou zeggen ik hou van haar / ook zij verwacht het slechtste / en wordt daar rustig van / want hoe dan ook houdt niemand van haar / ze had er schoon genoeg van / wij ook / en toen ben ik verhuisd / ik heb haar geen fruitmand gebracht