Geen thema zo onuitputtelijk – want principieel onafsluitbaar – als ‘de oorlog’, in het bijzonder de Tweede Wereldoorlog. Omvang en felheid van de reacties op Hitlers’s Willing Executioners van Daniel Goldhagen (J.J. Oversteegen becommentarieert die in zijn bijdrage aan deze aflevering) kunnen dat bewijzen. Een halve eeuw nationale en internationale literatuur bewees dat al eerder.

Gaat het in een historische studie als die van Goldhagen primair om een poging tot verklaren, in de literatuur die voor dit nummer werd gekozen gaat het om beschrijving en analyse van de dagelijkse ervaring. Hier geen synthetische beelden, die altijd pas achteraf mogelijk zijn, maar verwoordingen van individuele lotgevallen, per definitie fragmentarisch. In deze literatuur gaat het om de ervaring van de oorlog vanuit het beperkte perspectief van het schuttersputje, de loopgraaf, het onderduikadres, de geblindeerde woning.

Deze aflevering van Raster bevat bijdragen van en/of over Walter Kernpowski, Alexander Kluge, Lidia Ginzburg, Leonardo Sciascia, Carlo Emilio Gadda, Robert Musil, Miroslav Krleža en Dubravka Ugrešić. Oversteegen heeft zijn ‘Kwestie van lezen’ afgestemd op het thema; hij presenteert het werk van de bij ons volstrekt onbekende en in Frankrijk vergeten auteur Georges Darien, ‘ongeëvenaard beeldenstormer als het gaat om de Frans-Duitse oorlog en zijn nawerking’.

PS: de door Kees Nieuwenhuijzen voor het omslag gebruikte foto is van Robert Capa, een van de grondleggers van het collectief Magnum. Hij is in september 1936, tijdens de Spaanse Burgeroorlog, gemaakt vanuit een schuttersputje. Capa had zijn camera boven de loopgraaf uitgetild en enkele malen afgedrukt. De man op de foto gold tot voor kort als een van de beroemdste onbekende soldaten uit de geschiedenis. Vlak voor het ter perse gaan van deze aflevering van Raster meldde de Volkskrant dat zijn identiteit eindelijk is vastgesteld. Het is Frederico Borrell Garcia, vierentwintig jaar oud, gesneuveld als republikeins soldaat aan het front bij C¢rdoba.