Fragmenten over het fragmentariese

Geheugensteun. ‘… alleen deze fragmentariese, onvolledige kennis tot stand gekomen door een opstelsom van kortstondige beelden die zelf ook weer meer vermoed dan werkelijk waargenomen waren, van verkeerd begrepen woorden en onduidelijke gevoelens, vergeven van gaten en lacunes die de verbeelding en logika provisories met een reeks gewaagde afleidin­gen trachtten te dichten (…) En nu, nadat alles ten einde is, proberen weer te geven en te rekonstrueren wat er is voorgevallen, dat is zo’n beetje alsof men de verspreide, onvolledige scherven van een spiegel aan elkaar pro­beert te lijmen, ze onhandig in elkaar wil passen en dan toch alleen maar een onsamenhangend, belachelijk, idioot resultaat sorteert, waarbij mis­schien alleen onze geest of eerder nog trots ons ertoe aanzet, op het randje van de waanzin en tegen alle waarschijnlijkheid in, tot elke prijs een logiese reeks van oorzaken en gevolgen te ontdekken, hoewel het enige dat de rede uiteindelijk inziet deze dwaling is, een heen en weer geslingerd wor­den van rechts naar links zoals dat van een doel –  en richtingloos dobbe­rende kurk, waarbij men alleen maar probeert het hoofd boven water te houden, maar evengoed lijdt en sterft, en dat is dan het einde(Claude Simon: Le Vent.)

Fragment. – (aantekening, kommentaar, glosse, aperçue, aforisme, pa­ragraaf, kanttekening, marginalia, allotria, maxime, essay, etc. – de korte vorm)

Het gaat niet om een genre, oud of nieuw. Ook is het niet te vangen onder het luchtige begrip ‘open kunstwerk’, hoewel het in het boek van Umberto Eco z’n dubbelzinnige rol speelt.

Het onttrekt zich aan definities, even slinks als het ook zelf definitief gedachte teksten aantast.

Eén typerend kenmerk: vroeg of laat neemt het zichzelf onder de loep, buigt het zich over zichzelf en bijt het zich in de staart.
Fragment: een passage uit z’n verband gelicht, als schoolvoorbeeld, voor een proefwerk; verzameling fragmenten uit het hele werk van een auteur om een overzicht van zijn ontwikkeling te geven; brokstukken van een onvoltooid werk (hoezeer de betekenis van het fragment kan worden verdraaid door de plaatsing ervan in een geniale volgorde of in een richtinggevende samenhang, met de pretentie van een systeem, be­wijst het broddelwerk van Mevr. Förster-Nietzsche: Der Wille zur Macht); overblijfselen van een denksysteem, een filosofie (Heraclitus); Fragmente van Novalis, voorschot op het absolute Boek (Een Bijbel schrijven, zegt Novalis, dat is de kranzinnige onderneming die ieder ver­standig mens moet uitvoeren om volledig te zijn).

Fragmentaries.Als de benaming fragment misleidend is, omdat het als deel meteen aan een (al bestaand of na te streven) geheel doet denken, is fragmentaries wellicht vrijblijvender: het fragmentariese (denken, schrij­ven in fragmenten). Bij voorkeur werkwoord, en desnoods liever bijvoegelik dan zelfstandig naamwoord.

Fragment-fragmentaries, op één lijn te stellen met de oppositieparen die Roland Barthes hanteerde voor fixerende begrippen en hun onvaste afleidingen: roman-romanesk, gedicht-poëzie, opstel-essay, stijl-schriftuur, produkt-produktie, struktuur-strukturering, systeem- systematies.

Het fragmentariese slaat minder op tekstsoort, procédé, moderniteit, dan op een houding, een instelling – van en in het schrijven (bijvoor­beeld).

Tussenvorm. – Is het toeval dat het denken in fragmenten zich vooral manifesteert wanneer de globale verklaringen van de wereld (zoals nu) aan geloofwaardigheid inboeten?

En terugblikkend is opvallend dat het in de jaren ’30 in Duitsland juist onortodokse marxistiese teoretici zijn geweest die voor hun zoe­kende blik een geschikt beweeglik instrument vonden in de fragmenta­riese vorm: Walter Benjamin, Max Horkheimer {Dämmerung, in 1934 verschenen onder het pseudoniem Regius), Siegfried Kracauer,Theodor W. Adorno, Ernst Bloch, Bertolt Brecht (en later Günther Anders, Arno Schmidt, Hans Magnus Enzensberger). Onortodoksen waren ze ook voor de akademiese (en literaire) wereld.

Tegelijk werd het essay – in Duitsland tot dan toe zowel vanuit de filosofie als vanuit de literatuur niet helemaal voor vol aangezien – de vorm bij uitstek voor een denken dat zich niet bij voorbaat onder een strikte noemer of in een vakje wilde plaatsen.

In Frankrijk staat de korte vorm, vooral aforisme en maxime, in een moralistiese traditie, van Pascal tot Blanchot en Barthes; tevens is ze natuurlijk een alternatief voor een overweldigende retoriek die vooral uit is op instemming.

Proeve. – Veel van wat men over het fragmentariese kan zeggen geldt ook voor het essay, zeker wanneer men ook die aanduiding iets minder grijpbaar maakt door van essayisme te spreken. Dan is ook de werk­wijze van Robert Musil erbij te betrekken, die laat zien hoe het frag­mentariese ook in een breed opgezet werk zijn weg zoekt. Dan wordt ook Karl Kraus met zijn operaties op taaleelt en – verbloemingen een interessant voorbeeld van fragmentarisme – hij met zijn snijdende en scheidende aforistiek.

Dit zijn de eerste fragmenten van ‘Repeterende breuken’.