‘God is in het detail,’ meende Flaubert, maar volgens Peter Burke was het de kunsthistoricus Aby Warburg die deze uitspraak, in het Duits: ‘Der liebe Gotte steekt im Detail’, tot motto van zijn onderzoek maakte. Maar er is ook een Engels gezegde dat luidt: ‘The devil is in the detail’, en ook daar valt veel voor te zeggen. Want de implicaties van de kleine lettertjes in contracten kunnen consequenties hebben die even duivels zijn als de conclusies die zich soms uit onooglijke details laten trekken goddelijke vergezichten kunnen openen.

In het detail, kortom, gaan onvermoede werelden schuil. Ze kunnen je op het spoor zetten van allerlei ontdekkingen.

In 1981 publiceerde Raster van de Italiaanse historicus Carlo Ginzburg het essay ‘Sporen’ (Raster 17), dat niet alleen onder geschiedschrijvers een discussie op gang bracht die verregaande consequenties zou hebben. In het essay uit 1979 zette Ginzburg uiteen hoe een klein detail soms veel over het grote geheel kan zeggen en de bestudering van onopvallende kleinigheden kon leiden tot verrassende inzichten. Daardoor zou aan het eind van de 19de eeuw een nieuw paradigma ontstaan zijn dat een belangrijke rol heeft gespeeld in de menswetenschappen. Het kunsthistorisch onderzoek en de psychoanalyse hebben daar bijvoorbeeld veel aan te danken gehad. Ook de opkomst van de detectiveroman in de 19e eeuw hangt daarmee samen. Edgar Allan Poe en Arthur Conan Doyle verhieven het spoorzoeken tot een kunst die even bedrieglijk als fascinerend en onderhoudend is.

En is iedere lezer niet ook een spoorzoeker?

De wereld zit vol sporen van voorbije en vergeten of verheimelijkte gebeurtenissen: elk detail kan een spoor zijn dat leidt naar de oplossing van een raadsel – of naar nieuwe raadsels. Daarom is dit nummer gewijd aan sporen en spoorzoekers. Het bevat niet alleen essays over archeologische, geologische, biografische speurtochten, maar ook over speurdersromans, films en schilderijen. En natuurlijk verhalen en gedichten die de speurzin prikkelen.

Aan sporen ontbreekt het niet, aan speurders evenmin. En is de Rasterfahndung trouwens niet een hoogstactueel begrip geworden? De vraag is of we echte sporen van dwaalsporen weten te onderscheiden. Of kan verdwalen even leerzaam zijn als het opsporen van daders en oorzaken? Misschien ligt het antwoord verborgen in dit nummer (of zelfs in dat ene woordje: ‘misschien’).