* Derde nacht waarin de ex architekt Ekke Wagner een poging doet uit de Handleiding een masjiene te konstrueren.


* Bijlage Handleiding

  1. Ik zeg dat forza een spiritueel vermogen is, een onzichtbare kracht.
  2. Zij wordt veroorzaakt door een beweging die door een willekeunge aanzet van buitenaf op gang wordt gebracht en verspreid in de lichamen die uit hun natuurlike doen worden gehaald en afgeleid.
  3. Zij geeft hen een aktief leven van een wonderbaarlike kracht, zij dwingt alle geschapen dingen van vorm en plaats te veranderen, haast zich furieus naar haar gewenste dood en terwijl zij zich voortbeweegt verandert zij alnaargelang de omstandigheden.
  4. Traagheid vergroot haar sterkte, snelheid zwakt haar af.
  5. Zij wordt geboren door geweld, en sterft in vrijheid.
  6. En hoe groter zij is, hoe sneller zij wordt verteerd.
  7. Zij jaagt met hartstocht op alles wat haar vernietiging in de weg staat, wenst de oorzaak van wat haar tegenhoudtte overwinnen en te doden, en overwinnend doodt zij zichzelf.
  8. Zij wordt krachtiger naarmate ze grotere obstakels op haar weg vindt.
  9. leder ding ontvlucht instinktief zijn dood.
  10. (leder ding dat zelf onderdrukt wordt, onderdrukt andere dingen).
  11. Niets beweegt zonder haar.
  12. Het lichaam waarin zij wordt geboren neemt toe in gewicht noch in omvang.
  13. Geen enkele beweging door haar gemaakt is duurzaam.
  14. Ze neemt toe door inspanning en verdwijnt door rust.
  15. Het lichaam waarin zij wordt opgesloten is beroofd van vrijheid.
  16. (Vaak brengt zij daarom door haar beweging nieuwe kracht voort).

 
1. Reprografie
1.1. Aangenomen dat het skript iets betekent. Ongeacht wat de zinnen en hun zinszinnnen in het oorspronkelik hebben betekend. Uitgaande van mijn vertaling. Op gezag van Mon: ‘Laat je niet misleiden door de toon’. Hij noemde de tekst een bereidingsvoorschrift, ik noemde haar Handleidingomdat ik mij niet wilde laten verleiden door de dubbelzinnige klank die de aanduiding ‘bereidingsvoorschrift’ in zijn diktie kreeg. Weigerde iedere toelichting.
1.2. Aangenomen dat de tekst die inzet met ‘Ik zeg…’ een handleiding bevat voor het konstrueren van een apparaat. Aangenomen dat mijn vertaling dezelfde aanwijzingen bevat.
1.3. Het moet mogelijk zijn de konstruktie aan de hand van de tekst uit te voeren. Wat maakt een schrijfsel tot handleiding?

1.3.1. De woorden afzonderlik bleken bij voorafgaande testen inhoudsloos – ze waren niet te materialiseren. Daar hoeft generlei konklusie aan verbonden te worden.
1.3.2. Voor alle konstrukties, op z’n minst voor doelmatige konstrukties, geldt dat alleen het geheel, en dan nog alleen in geassembleerde staat, iets betekent dwz een (virtuele) funktie heeft.
1.3.3. Losse onderdelen zijn per definitie inhoudsloos, neutraal, verwisselbaar (leg naast elkaar: een fietslampje, een judaspenning, een okselhaar, een sekondenwijzer, een balein, een gevoel, een vogelbekje, een sleutel, een kwetsuur, een tube:). ‘In de uitvoering bestaan geen afzonderlijke details’ zei men.
1.4. Als iets geen zin heeft moet je zin maken. Ook als het een waanzinnige onderneming is? Juist dan.

1.5. Het probleem van dezekonstruktie is, dat het gebruik -dus ook de naam – pas bekend zal zijn zodra ze gereed is.

1.5.1. De naam van het app. is niet bekend. Mij niet.
1.5.2. Ook aan Mon niet, ofschoon hij de indruk wekte volledig op de hoogte te zijn, ‘Niets is eenvoudiger dan dat’.
1.5.3. Wat hij bedoelde was even duidelik als de opmerking zelf.

1.6. Een ding (sic!) mag ik uit voorgaande proefnemingen konkluderen: de onderdelen zijn bekende materialen, misschien zelfs gebruikte materialen resp. materiëlen. Indien ik dit mag konkluderen is nog een raadsel: wat voor soort materialen.
1.7. De clou is:Ikzeg dat X = Y. Beter: scharnier…
1.7.1. Wellicht is een (menselike) fout mijnerzijds geweest dat ik het openingswoord over het hoofd heb gezien. Macht der gewoonte. Het had juist een ekstra waarschuwing moeten zijn (het?).
1.7.2. Wat betekent naar de letter: er is bedrog in het spel?
1.7.3. Temeer daar de tekst via Mon bij mij terecht is gekomen. Waarom zou het geen toevoeging van hem kunnen zijn.
1.8. Tot dusver heb ik een oplossing gezocht in een rechtstreekse of letterlike omzetting. Ik kan niet zeggen dat ik resultaat heb geboekt. Ik kan niet zeggen dat de resultaten zinloos zijn geweest.
1.8.1. Niettemin ben ik ervan overtuigd (ik heb het gevoel, hoewel ik het niet geloof) dat er een essentiële konstruktiefout is gemaakt. Dit is meestal het geval: iedereen heeft wel een sprekend voorbeeld in zijn eigen hoofd.
1.8.2. Zo is het bvb mogelik = denkbaar dat het apparaat niet bedoeld is, zoals door mij steeds werd verondersteld, ter eksploitatie, ter optimalisering en volledige bevrijding van een met forza positief bedoelde energie – in de diverse vormen die ik mij had voorgesteld, van ‘kracht van een volk’, ‘overlevingsdrift’ tot ‘geluidsenergie van de vliegende, springende, kruipende, sluipende, schuifelende, ewig pas op de plaats makende koorleden van het natuurmasjienepark’ -, dus niet als uitdrukkingsvorm van de onbekende Cosa, maar integendeel (hoewel ik het slachtoffer van een terminologies verkeersongeval zou worden ingeval ik ‘tegendeel’ als ‘iets volstrekt anders’ zou hanteren: tertium datur) als onderdrukkingsvorm, als organisatievorm, als regulatievorm, als domestifikatievorm van de in- en uitwerkingen van een negatief geladen kracht = begrip.
1.9. Tussen haakjes: Misschien zou de tekst tot in fonemen, morfemen, lettertekens, zelfs aanslagen ontleed moeten worden om de valse lucht die er in hangt, de valse toon en de kleurstoffen die maken dat de tekst bij iedere beweging van samenstelling, van gewichtsverhouding, van schakering enz.schijntte veranderen, radikaal aus-zu-radieren.
1.10. De onderzoekssituatie wordt bij deze gewijzigd. Door mij. Daartoe worden – om te beginnen – enkele kunstgrepen toegepast, willen de euvelen, verbonden aan een rechtstreekse omzetting, vermeden worden:
a) de Handleiding wordt voorlopig terzijde geschoven, zodanig dat alleen een zijdelingse blik mogelik is;
b) provisories schuif ik de 3 okulairen, nl. die van de opsteller van de tekst, van Mon als tussenpersoon wiens rol me verre van klaar is, en van mijn persoon als vertaler, vertolker en uitvoerder ineen (3:3); er wordt gewerkt zonder inachtneming van tempora en pronomina, alles ter ere van het bedoelde ontbrekende doel;
c) Ik zeg: Subjekt is in dit geval tegelijk Proefpersoon (S = Pp).
Ik zeg er bij: de proefnemer is zelf toetssteen enz. (zoals in het soc.wetensch.bedrijf gangbaar, in de bouw zal geen aannemer zelf stenen verstouwen); de pé van pilatus pas;
d) Niet alleen werk ik dit keer als uitvoerder, maar tevens als ontwerper, zij het niet uit het blote hoofd maar volgens, instrukties van derden.
 
2. Verdachte schrijfbewegingen, klassieke opvattingen van lierisme.
2.1. Huidige versie: Men zegt: Verhinderd moet worden de mogelikheid dat de waanzin ongemerkt de wereld van de rede binnendringt en besmet.
2.1.1. Vergelijking: De samenleving is een organisme. Dit organisme of korpus is van fysieke aard. Het omvat ook het redelik vermogen dat derhalve gezond verstand genoemd mag worden (mens sana: mens = mens). Desintegrerende elementen. van geestelike of lichamelike aard, bedreigen de fysieke logika van het organisme. Wanneer ze niet tijdig gesignaleerd en uitgeschakeld worden (profylakse) kunnen ze, eenmaal uitgezaaid, moeilik (met de beschikbare middelen) onder kontrole worden gebracht, en wordt dientengevolge de eenheid blootgesteld aan een onafzienbare destruktieve beweging.
2.2. Het is een van die vormen van eenheid waarbinnen wetten worden gekompromitteerd. verdraaid en tegen zichzelf gekeerd. Daardoor wordt die eenheid als vanzelfsprekend voorgesteld, maar evenzeer, zij het niet waarneembaar, als iets dat vergaan is en reeds tot verdwijnen gedoemd
2.3. Whytt (Robert Whytt, Traite des maladies nerveuses dl.ll, pp 288 – 289) houdt slaande dat een hevige emotie waanzin kan veroorzaken zoals een schok (colpo) een beweging (moto) in het leven kan roepen… Maar, en op dit punt begint de echte waanzin het komt ook voor dat de bedoelde beweging dadelik weer door haar eigen buitensporigheid teniet gedaan wordt; dan volgt een vorm van onbeweeglikheid die tot de dood kan voeren.(…)
2.3.1. Het schijnt wel alsof in het mechanisme van de waanzin de rust niet per se een toestand van bewegingloosheid was, maar ook een beweging die ineens met geweld in zichzelf afgebroken werd, een beweging die onder de invloed van haar eigen hevigheid (vert.: furiositeit. razernij) ineens in haar tegendeel omslaat en in de onmogelikheid verkeert voort te gaan.
2.3.2. Het komt wel voor, dat hartstochten, als ze bizonder sterk zijn, een soort tetanus, katalepsie of katatonia veroorzaken zodat de betreffende persoon meer op een standbeeld dan op een levend mens gelijkt.
En wat nog meer zegt: eksessieve schrik, verdriet, vreugde of schaamte zijn meer dan eens gevolgd door een plotselinge dood zegt Men.
2.3.3. Omgekeerd kan het gebeuren dat de beweging eindeloos blijft doorgaan in iets dat men een ruimte van malende onrust zou kunnen noemen. Deze niet te meten innerlike gisting bezit een zekere kracht die, als hij toeneemt, tot een vorm van delirium kan leiden alsof de beweging, in plaats van aan kracht in te boeten door zichzelf mede te delen, andere krachten in haar spoor meesleurde om vervolgens uit die niewe medeplichtige krachten versterking te krijgen
2.4. Waarin verraadt zich een verdachte-gedachtenbeweging?
Niet in gedrag, zeker niet sinds eksentnek overgezond is geworden. Niet in lichaamsbouw, de jeugd wordt al langer en langer, al lijziger en lijziger, al ouder en vroegouder Niet in kleding of uniform. Nee, zoals denken verdenken is bij gezonde elementen, zo is spreken bij ziektekiemdragers versprekende taal, altans de taal in gesproken vorm gaat sneller dan het denken. Deze wetenschap is van strategies belang.
2.4.1. Afwijkingen in het taalgebruik waarbij een duidelik onderscheid gemaakt dient te worden tussen variaties enerzijds: spraakgebrek, jargon, dia- en ideolekt, zelfs plat, kerklatijn en omgangstaal in politicis en mediis, a.h.w. de bloemen van gezondheid, en aberraties anderzijds – zijn misdragingen. Bandje altijd laten meelopen.
2.4.2. Pas op voor de dubbele tong: zij spreekt namens Argus.
Ga met zo iemand, zo een cellulair aangetaste, een getekende, geen argeloos gesprek aan, maar voer een gesprek als tussen patiënt en geneesheer. Kijk hem/haar aandachtig aan en luister geduldig: bewaking en beoordeling (A en O), observatie en plaatsing (ah en oh).
 
3. Fikseermiddel
3.1. Tekening (Disegno Interno: zie afb): De tranquilizer van Rush verandert de inzittende in een onbeweeglik objekt. Het geraamte van het toestel is een stoel die aan de vloer is vastgeschroefd.
Aan de rugleuning is een uitschuifbare houten kap bevestigd De rechthoekige zijkanten, vervaardigd uit hard hout, zijn aan de binnenkant met juten of een andere stevige maar niet al te milde stof bekleed. Het hoofd van de zgn. verpleegde wordt zodanig tussen de grijpers van de schedelkap geklemd dat het niet meer kan bewegen. Aan de voorzijde van de kap is een klep of deksel bevestigd die open en dicht kan. Armen en benen worden met riemen vastgesnoerd. Houten tangen die aan het onderstel van de ‘luie stoel’ (gemeenzaam voor lazy dog) geklonken zijn houden de voeten in het gareel.
3.1.1. Dit projekt (fiksatie opheffen door fiksatie: ‘Het lichaam waarin zij wordt opgesloten is beroofd van vrijheid’ – daardoor ontstaat beweging..) kan zonder veel moeite deel uitmaken van de ‘draaimasjiene’ van Mason Cox (een tekening naar een beschrijving van Alexander Morrison is in de pen, zie verderop).
3.1.2. Stoel: tussenstadium.
Wie blijft zitten is meester van de situatie.
Menselik verlengstuk of protese bij uitnemendheid (wachtkamer)
Hoe lang zit jij, zat hij, moeten wij zitten?
 

 
 
3.2. Interneringszetel (schets).
(1) In dit geval: armatuur. Projektie van r.14 (Handl.) ‘Zij neemt toe door inspanning en verdwijnt door rust.’
(2) Piek. Geen konneksie met hoofdsteun van kruks.
(3) Hoofdombouw. Met opzet verwijs ik, kwa arcering en lijnvoering, naar de gravure van Het Filosofies Ei. De vooringang kan geopend of gesloten worden alnaargelang uitzicht of inzicht in de behandeling gewenst is.
(4) 2-punts veiligheidsgordel, van overheidswege goedgekeurd.
(5) Cockie, onzichtbaar, alleen voor mannelike gasten.
(6) a. bevende handen zolang er nog geen resultaat is afgedwongen.
b. leuning, niet aangepast.
(7) Geciviliseerde voetangels en -klemmen, anklets.
(8) Wat er in Drie ingaat (en hoe groter zij is hoe sneller zij wordt verteerd), n.b. zij: een hoeft niet per se zij: twee te zijn, bedenk ik achteraf) of wat er gekonstipeerd in aanwezig is, komt er in Acht uit (zie hierover later: De Heer wake over al mijn ingangen en uitgangen). De spiegel onder Acht ontleen ik aan de zgn kakstoel.
(9) Milieu. Niet getekend. Is moeilik te schetsen (een designer is geen artiest, hier gaat het om een factotum en niets dan facta, faeca en de linga recta tussen oorzaak en gevolg: ‘deze cel heeft geen bodem’. Een milieu-vijandig milieu verkleind in het hfdgeb.
(10) Met opzet een Pop getekend om iedere schijn van gelijkenis te vermijden.
 
Hoe hard de klap aankomt spreekt vanzelf, dat hoeft niet ook nog eens in geuren en kleuren te worden getoond.
3.2.1. Serena. Omdat de mens op aarde geworpen, om duistere redenen aan een ijzeren noodlot is uitgeleverd, zijn ergste vijand, de luiheid, moet overwinnen, daar 1° het bed in onze steden vaak een meubel van luiheid en ontucht is: omdat de opgerichte houding de edelste is van alle; omdat de liggende houding ons wellustig maakt en alleen goed is voor invaliden en doden: daarom wil ik het gebruik van dit meubelstuk in het gehele gebied dat onder mijn jurisdiktie valt voorschrijven en eis dat iedereen staande en onder de blote hemel zal slapen, in loodrechte aan de aardbodem bevestigde nissen: het hoofd met een helm bedekt, met een muuranker (of takel) opgehesen, vlak boven de schedel: of zonder meer aan de haren opgehangen: de buik wordt omspannen door een holronde armatuur: de borst wijd geopend teneinde beter te kunnen funktioneren: de armen gespreid als de gekruisigde. Het achterwerk als in een zadel, de voet in een stijgbeugel, zoals het ook de heldhaftige jonkvrouw heeft gedaan: het aangezicht naar de opgaande zon gericht opdat de eerste zonnestralen het zullen treffen… Omdat 2° de nacht rust en stilte vereist: omdat de maan haar natuurlijke licht is: omdat er overbodig gebruik wordt gemaakt van kunstmatig vuur dat geen nut heeft en zodoende zeer nuttige stoffen verbruikt: daarom zal ik het zoveel mogelik beperken, zowel uit algemene zuinigheidsoverwegingen alsook om de adem en gezichtsorganen te sparen: en dat alles als heilzame voorzorgsmaatregel en tot een volmaakter behoud en verbetering van de menselike vermogens. Deze wet, een machtige bron van kracht en zuiverheid, zal Maanwet heten! – aldus vaardigde Méryon zijn sisteem uit, na het verval van de wereldstad tot in de kleinste en onzichtbare onderdelen uitgetekend te hebben ‘omdat ik niet door de zee van bloed wil lopen…’
 
4. Pp voert een spreekstoel uit
4.1. Uitgaande van enkele aanwijzingen heeft hij een ontwerp gemaakt. Hij heeft een summiere toelichting gegeven bij de tekening. De voorschriften indachtig heeft hij sommige onderdelen aangepast (de rugleuning was te ongemakkelik: uit de praktijk was bekend dat inzittenden na langere tijd te zeer in beslag werden genomen door de inkonkordantie van rugleuning en natuurlike houding van de ruggegraat die, zoals proeven uitwijzen, met de graad van vermoeidheid een andere krommingsstand aanneemt) en andere segmenten veiligheidshalve in het vage gehouden.
Vervolgens bouwde hij de interneringszetef volgens plan, waarbij hij zich moest behelpen met de middelen die voor-handen waren. Gebrekkige middelen,
4.1.1. Het gaat niet om een ingenieus kalmeringsinstrument, evenmin om een indrukwekkende rede-troon. maar besteld is een doelmatig hyperkorrektieapparaat.
Ter vergelijking: Een hakmes is een uitermate doelmatig instrument om een schedel te klieven, niet om een schedel te penetreren.
4.2. Hij had een stoel kunnen nemen en deze voorzien van de benodigde attributen. Er was geen geschikte stoel: hij vond geen stoel geschikt.
4.3. Zoals gebruikelik was er geen enkele opmerking gemaakt over de omgeving waarin de konstruktie, zoals die op papier schematies was uitgewerkt, geplaatst zou worden. Daar van een interneringszetel sprake was die tot doel had de inzittende tot kalmte te bewegen of het de ‘reiziger’ gemakkelik te maken, waren aller gedachten eenzijdig gericht geweest op het inwendige van het onroerend goed.
Het is in duisternis gehuld, zou hij desgevraagd geantwoord hebben. Waarmee hij tevens gedoeld zou kunnen hebben op de vraag hoe de proefnemer, als de nood aan de man zou zijn dwz. de rushtstoel in werking zou moeten treden, de proefpersoon in de zetel zou kunnen bevestigen (en zijn gedachten dwaalden af van Ulysses aan de mast naar Gagarin in zijn ruimtekapsule. beiden shockproof). Zelf loste hij deze raadsels op in kombinatie met het probleem in de vorige paragraaf, het ontbreken van een basis-stoel, door een simpele (misschien al te simpele) vertaling: tranquihzer = gemak: geheimgemak. Aldus Scrupus.
4.3.1. In het schijthuis, dat op een veilige en toch bereikbare afstand van het woonhuis stond, bouwde hij boven het ronde gat – rond zoals de gewassen maan een gat is aan het firmament – op de poepdoos de tranquilizer van Rush. Toen hij de krakende deur voor het eerst weer voor zich kon sluiten sprak hij de vaak aangehaalde zin uit van het griekse mirakel Archimedes ‘Noli turbare circulos meos’.
4.4. Ondershands had hij van de nood een deugd gemaakt,
een spreekstoel ingekalkuleerd in de vorm van een spreekcel. (terwijl zij zich voortbeweegt verandert zij alnaargelang de omstandigheden), klein genoeg voor een kistkalf, zei hij afgemeten, groot genoeg als isoleercel.
4.4.1. Spreekcel: het heilig huisje: onder mij groeit een toren van babel, laag na laag. Abort: archeologie van kennis en afdracht van gewetensbezwaren Ballast. Hoop op hoop. Horen en zien vergaan. Ite missa est. Het is volbracht. Wat een rust, vat een kakaphonie. Hij moest hoognodig toen hij klaar was.
 

5. Antiseptiese tank

5.1. De tank De tank werd uitgevonden ter bescherming van de aanvaller. Zij is te vergelijken met een harnas op wielen. Al in de 15e eeuw n. chr. werden olifanten vervangen door even kolossale aanvalswagens, soms zelfs met twee of meer verdiepingen. Men kon er mee rammen. Men kon er blaasbalgen in bergen om de paarden van de vijand schrik aan te jagen, en men kon er karabiniers in zetten om een kompagnie uiteen te drijven. Men zou kunnen zeggen dat de tank de voordelen van de olifant verenigt met de techniese verworvenheden van de menselike vooruitgang of iets van dien aard.
5.1.1. Hoewel de slurf begiftigd is met een wonderbaarlike kracht, is zij het meest delikate orgaan waarover de olifant beschikt. ledere keer als er gevaar is en het dier zich op een vijand stort, krult het de slurf naar binnen en steekt zijn slagtanden ver vooruit. De tekeningen waarop een olifant staat afgebeeld die een jager aanvalt met opgeheven trompet, slurf genaamd, doen de verbeelding van de tekenaar alle eer aan, maar bewijzen zijn volstrekte onwetendheid aangaande de zeden en gewoonten van de dikhuid; want zelfs als hij loopt vouwt hij zijn slurf voor de helft op; om niet in aanraking te komen met obstakels houdt hij het gevoelige uiteinde onder zijn kin met de opening naar voren zodat hij de geuren kan opsnuiven die hem de weg moeten wijzen; de slurf wordt bij botsingen altijd beschermd door de slagtanden. Op plaatsen waar het dier voorzichtig zijn weg gaat hangt de slurf met gekruld uiteinde op de grond en tast het terrein af. Zijn reuk is zo fijn dat hij bij gunstige wind een mens op vier of vijf kilometer kan ruiken (dit heeft hij voor op de tank).
Meestal ontwortelt hij bomen met zijn kop door er zijn voorhoofd tegen aan te drukken, en niet met zijn slurf; deze dient voor dingen van minder gewicht; het is een volmaakte hand die vruchten zoekt, ze betast, uitkiest en
5.2. Op hetzelfde tijdstip als de tank werd uitgevonden moet er een inverte geest zijn geweest die meer toepassmgsmogelikheden voor ogen had. Wat kon met een tank worden uitgericht indien zijn mogelikheden werden omgekeerd! De tank dient om de aanvaller te beschermen tegen degene die hij aanvalt. Dit is een goed, altans een duidelik doel. Maar de tank kan ook degenen die worden aangevallen beschermen tegen de aanvaller. In sommige gevallen kan hij de aanvaller zelfs tegen zichzelf beschermen; deze toepassingsvariant is van de vorige afgeleid.
Zo kan de tank ook in vredestijd dienst doen. Voor menigeen een aantrekkelike gedachte. De aanvaller is dan gewoonlik iemand anders dan de aanvaller in oorlogstijd; meestal niet, in het ergste geval, zo men wil, wel.
De vorm van de tank blijft ongewijzigd, de tank hoeft alleen binnenste buiten gekeerd te worden. Daarvoor kan volstaan worden met een kleine ingreep. De loop wordt uiteraard naar binnen gekeerd, daar zij immers, zoals we gezien hebben, het meest gevoelige en kwetsbare orgaan is; de rupsbanden kunnen -binnen- rustig blijven draaien al kost dat brandstof. De gevechtskoepel wordt dichtgelast.
5.3. Het lichaam van de proefpersoon werd als de zichtbare en tastbare aanwezigheid van zijn mentale aandoening beschouwd Vandaar een lichamelike behandeling…
5.3.1. Men zegt: ‘Een kombinatie van resistente onderdelen, teder voor een speciale funktie, opererend onder menselike kontrole, die energie gebruikt en werk verricht’; mens.
5.3.2. Onder de naar buiten tredende heftigheid (Handl. r.3) van de forza (waarbij het soms lijkt alsof de kracht van de geïnterneerde door interne druk (inversie van r.2) vele malen in sterkte toeneemt (r 4) is altijd een wezenlik gemis aan weerstand aanwezig; de hevige uitbarstingen van de proefpersoon (vgl. Test 2 in Nuit è Deux) bestaan slechts uit passieve krachten Er moet dus worden gezocht naar een behandeling die aan de levensgeesten en de zenuwvezels kracht geeft, maar rustige kracht; kracht die door geen enkel soort wanorde voor zijn karretje kan worden gespannen (), zozeer zal die kracht zich van meet af aan moeten voegen in de wetten van de natuur Om de natuur-zelf te versterken moet er een kracht gevonden worden die aan diezelfde natuur is ontleend. Zegt men. Recycling: gif = tegengif. Antitankdenken
5.4. De tank, zegt Mon, is een olifant en blijft een olifant, het grootste dier in de ideën-wereld: veel vlees, gekaft in stevig asfaltpapier, (te) kleine oogjes, een pokkenstaartje en een lange inkubatieperiode. Daar staat tegenover dat hij lang meegaat. Als idee een prototype. De tank, in oorlog & vrede, is het toonbeeld van een verwoestend optimisme: een denken dat niet te stuiten al ewenlang voortdendert.
5.4.1. Mon: …als tegenwicht: de solitaire olifant’.
5.4.2. Kameleon: deze neemt altijd de kleur aan van het voorwerp waarop hij zich bevindt, het gevolg is vaak dat ze door olifanten worden opgegeten samen met de bladeren waar ze op zitten.
 
6. Overlevingscockpit
6.1. Van de deugd wordt een andere deugd gemaakt: de
overlevingscockpit kan gezien worden als een overleve
ringsduikerklok.
6.1.1. ‘De grote vogel zal zijn eerste vlucht ondernemen op de
rug van de grote zwaan, tot verbazing van de aarde, en zal
 alle annales vullen met zijn grootse daden: en zijn geboorte
nest zal hij ewige roem verschaffen.’ zegt men.
Kijkend door mijn patrijspoort in een marionettenruimte zonder stem temidden van stemmen die samen met mij zijn ingesloten. Zegt men.
6.1.2. Spreekcel: de lucht die we inademen is dezelfde als die
we uitademen, enz.
6.2. Labo: Zowel Kepler als Galilei geloofden dat organismen 
geen respektabele burgers in de republiek der wetenschappelike kennis kunnen worden voordat ze dood zijn. Alleen ka
davers en skeletten kunnen zich kandidaat stellen voor wetensch. behandeling. Dat geldt voor elke provincie van de we
tenschap. Al het andere is spekulatief. politiek, veranderlik,
 mobiel, hinderlik en per definitie voorbarig; dus overbodig.

6.2.1. Omkeringsproef. Kan een cel ook gezellig zijn? In de
 spreekcel wordt een syntetiese werkelikheid geprepareerd,
voor een lange reis. Een mens leeft gewoonlik maar één keer. 
Bovendien, kan een mens met weinig toe. Sommigen weet
men in gedroogde toestand een leven lang goed te houden. 
Anderen bezwijken tijdens de proef. Risiko vh vak. Niet ge
treurd, er zijn er te over. Beter voldoet een zo laag mogelik
 gemiddelde. De mensen aan je binden, is een van de meto
den. ‘Je’ kan van alles zijn, beproefd is om. Eer. Bloed. Uit
verkiezing, Roeping, de Heer. Ook middels onthouding, mits hoe dan ook gekompenseerd, kan de spanning er in worden gehouden. Iemand die de juiste toon weet aan te slaan kan alles van hen gedaan krijgen. En plaatselike verdoving?
6.2.2. Praklikum: Heus niet alleen voor het gemak of om de overweging dat eksperimenten geen onschuldige slachtoffers mogen eisen, probeert bij de nieuwe vindingen eerst op zich zelf uit.
6.3. Proef: inversie. In de spr. wordt een synt. wheid geprepareerd voor een lange absentie/aberratie. Sluit zichzelf op (af) (Niet omdat hem alles te veel zou zijn, eerder te weinig. De natuur heeft een afkeer van lege ruimten.) Voorzien van het hoognodige.
Er is gezorgd voor primaire resp. elementaire levensbehoeften (hoe rekbaar dit begrip is bewijst wel A.S. die overal buiten kan maar ‘t geen dag kan stellen zonder lektuur, of J. die na drie dagen verstoken te zijn van een of ander maskulien glid over dr toeren raakt en tegen muren omhoog kruipt). Hij heeft zelf een voorraad aangelegd van sekundaire levensmiddelen in kompakte vorm: geuren, kleuren, hartigs voor horen & zien, aanrakingen, woorden (noodrantsoen). Stemmingen (laag S.G.), herinneringen (?: alleen als grondstoffen), intell. chijl (niet opslorpen uit herinn), simbolen (zoetigheid alleen voor gemakzuchtigen) – bij voorkeur: een representatief arsenaal van fysieke herinneringen, die naar believen, in alle mogelike kombinaties. gemikst kunnen worden. Niewe aanvoer is overbodig (afleidend & niet toegestaan). Het sekundair systeem is een zelfregulerende Modulor. Wie desondanks (inwendig) door ‘n misgevoel wordt verteerd past niet in de automaat of de inbouw is insufficiënt (door gebrekkige aanpassing).
Is er gezorgd voor afvoer van ekskreties, ongewenste uitwerkingen, gevaarlijke denkbeelden? (Uitweg: stoma)
6.3.1. Werkwijze: verkeers- of vliegles, droogzwemmend ahw.
6.3.2. Mobilis in mobili: ‘Een boek over alle waarnemingen die ik in de Molen heb gemaakt (H.). Een boek over alle waarnemingen die ik in de Molen gedaan heb zou natuurlik een boek over alles moeten zijn, over het geheel van mogelikheden. Om deze reden is het onmogelik een boek samen te stellen over alle waarnemingen die ik in de Molen heb verricht.’Zei Men.
6.3.3. De angst bezweren door haar op te roepen(…): een mogelikheid uitschakelen door haar in te denken.
6.3.4. Niet toegestaan zijn plannenmakers met ‘n barst in het hoofd. Ondergetekende is er zo een. Kapotte boel dus.
6.4. Dr. Lawrence Hinkle heeft met recente proeven aangetoond dat de Geest zonder kwalitatieve stimuli van licht, kleur, geluid en spierspanningen psychologies desintegreert, ‘Door deprivatie van fysiese stimuli treedt autolyse op in de saprofytiese spiritualiën.’
6.5. Stoma (2): Het feit op zichzelf, het ding op zichzelf is niets meer dan het dode lichaam van de realiteit, het faekale overblijfsel van de geschiedenis. Zegt Men.
6.6. Inkeer zou de benaming moeten zijn voor het kritieke punt waar de opvoeding als beëindigd, de ziekte als genezea het leven als uitgeput beschouwd mag worden: ‘Hij beloofde nu zichzelf te zullen dwingen’
6.6.1. Intussentijd (tussen nu en het onzalige einde) zal een aparte afneembare ruimtekapsule, het ‘eerste perfekte milieu’ (Samuel Fuller. Operaring Manual for spaceship Earth), voor ieder individu suksessievelik dienen als kribbe, leslokaal, woon-unit, of komponent van een snelbewegend voertuig (automatiese auto of raket), totdat tenslotte zowel de kapsule als de bewoner worden afgevoerd naar een superkrematorium teneinde in rook op te gaan – of naar een diepvriessentrum gebracht om bewaard te worden voor chirurgiese doeleinden…
6.6.2. Wetenschappelik is bewezen dat de mens een stuk verdriet is.
6.6.3. Recente eksperimenten bewijzen dat het menselik brein, dat bij lange na niet de beperkingen kent van een komputer die alleen kan draaien met gepaste simbolen en eksakte beelden, een wonderbaarlik vermogen bezit om te werken met vage, onduidelike en verwarde data en wijs kan worden uit informatie die zo onvolledig is dat een komputer dol zou draaien – zoals bvb het vertalen van een breed skala van klanken, tonen en verschillende uitspraakvarianten in telkens dezelfde begrijpelike woorden. Dankzij deze unifiserende eigenschappen is het voor de (gezonde) mens mogelik met een gerede kans van slagen te reageren op een gevarieerde omgeving en een open wereld (?), ipv zich terug te trekken in een veilig nest met een beperkt aantal mogelikheden en antwoorden zoals alle andere speciën. Zegt Men.
6.7. De eenzaat des & app. paraat. Boodschap van/uit de kokon: de afscheiding van de dood. Nu hij alles (het) achter zich heeft lijkt het (alles) zo eenvoudig. Maar ik ben niet voor herhaling vatbaar, ik zou het ook niemand willen aanraden. Het ene (eenzelvige) systeem sluit het andere uit. Daarom had hij altijd haast (omdat ik me steeds verlaatte), iedere poging was een omweg, iedere omweg betekende vertraging, maar recht toe rechtaan was onmogelik omdat hi) de weg niet wist, en zich gedwongen zag iedere mogelikheid uit te proberen. ‘De natuur gaat steeds langs de kortste weg te werk.’ Nu lijkt alles (minus de rechte lijn) tijdverspilling. Nu heeft hij tijd over (retro). En spijt.
6.7.1. Over onschuld (in de vorm van een vermenigvuldigbaar toetswerk): is het mogelik zich ‘voort te planten’ in alle rust, bekookt, met studie, met hom én kuit, zonder vrouw- resp. manmens, autonomadies, zo voor de loop (cf Tank), geënt in ‘t hol van de boom: okuleren met een slapend oog of okuleren met een schietend oog (in de maand mei) – hij staat nog in dubio.
6.7.2. 8-0:pus. Ondanks het gevoel van walging was ik gelukkig vanwege het toeval dat mij in de gelegenheid stelde, een van deze zelden waargenomen dieren te bestuderen. Misschien is het de kraak van de Alecton, zei Ned Land. Dan moest hij één arm missen, merkte Conseille op. Niet per se, legde ik hem uit, zoiets groeit weer aan. Bij de mannetjes is in elk geval een van de 8 armen als bevruchtingsorgaan bedoeld. Ze is hol en gevuld met zaadpatronen (want de poliep stopt zijn zaad in hulzen). Vaak vindt er niet eens een rechtstreekse panng plaats, maar rukt de achtste arm zich bij de onstuimige omhelzing los en beweegt zich zelfstandig (als de penis van die winnebago-heros) verder tot in de mantelzak van het vrouwtje, waar zich dan de telegenese voltrekt. En op de plaats van de afgerukte hektokotylus vormt zich een niewe. Dus is invaliditeit in dit geval geen blijvend kenteken
6.7.3. : Niet alleen komt er het nodige kijken bij een bevruchting, het is bovendien voor de bemanning een gevaarlike operatie: ‘Fusie van twee entiteiten, waarvan de kleinste, in de gedaante van een karper, op het punt schijnt te staan de grootste te verslinden, zoals te doen gebruikelik bij wormen mikroben, vampiers en vrouwen.’ In ernst ontwikkelde hij kleine masjienes voor een ongevaarlike bevruchting/intrus in doorkijk uterus.
6.7.4. Men: Het is niet gezond voor een mens alleen te zijn. Wij plaatsen iemand alleen dan in de isoleercel wanneer hij/ zij anderen tot last = overlast wordt. En als hij een bedreiging wordt voor zichzelf? Idem dito. maar onder toezicht. En om de patiënt tegen zichzelf te beschermen tomen we zijn overdaad aan bewegingsvrijheid in. De gemeenschap komt bij ons op de eerste plaats, zij moet optimaal kunnen funktioneren.
6.7.5. Nagekomen bericht (uit een van de KokonZ): de dagen zijn niet meer uit elkaar te houden, er is geen enkel geluid te horen zelfs het eigen stemgeluid wordt geabsorbeerd, het inwendig bederf moet te ruiken zijn, merkbaar als een wee: behaaglik gevoel verwekt door de gedachte aan begraven = zijn. denken een dikke stroop, zonder hoop die iemand in beweging houdt (al is het maar het in gedachte oplossen van matematiese problemen of denkbeeldig schrijven van een opstel over prozaiese kunstgrepen, middelen en materiaalkennis…) er is zelfs geen sleutelgat, verleidelik is het denkbeeld dat je schuldig bent, tóch. onverschillig waarvoor en ondanks jezelf.
6.7.6. …van de een was het zweet nog niet afgewist, of de ander bloedde al..
6.7.7. Voor de buitenwacht: een eksperiment in overleven. In werkelikheid: doe ik (niets), zeg (ik) niets, (denk) ik niets(?) -laat de soeffleur het werk doen.
Weer een van die heremieten die weten wanneer de volgende trein vertrekt.
6.7.8. Dixit: vrijheid dat woord zou ik alleen gebruiken als ik niets meer hoefde te vertellen, maar als een larf in de t. kon bekomen
6.7.9. Op mon o-logiese zin is een ellips, iedere raaklijn heeft recht op volle aandacht.
6.7.10. Zolang je nog een gevoel van tijd hebt kun je lange perioden doorkomen door je dood te houden, ik noem dat mijn hoofd in het vriesvak leggen.
 
7. Maalt de molen?
7.1. ‘Niet de molen maalt, maar het landschap plus inhoud draait en draait, ellipties (maan: landescape) spirherhalerend terwijl de magus in het observatorium (de Molen) nagenoeg stil staat.’ Hij houdt zich blind, zegt men, de beste aller werelden beschrijft hij in braille en toch in kleuren en geuren.

7.2. Geschiedenis van de afgrond en de donkere bril.
7.3. De kollektieve opsluiting is ingezet met de kwantifisering met het ontstaan van de fabriek (‘als men het paleis van Versailles van zijn versierselen ontdoet houdt men het geraamte over van een modern fabriekskompleks); opsluiting in de fabriek is opsluiting in de arbeid: opsluiting in de arbeid betekent opsluiting in de moraal, in de tijd, in de arbeid van de geschiedenis; in de verbasterde ruimte (vd stad). (Mon) De meest effektieve opsluiting is de vrijwillige opsluiting (id).
7.3.1. ‘Alle ideën van de eeuw waarin men leeft overplanten naar vroegere ewen – dat is de meest vruchtbare vergissing’ (boek xxx). Slechte tijden vertonen de neiging weerom te komen, zoals de verbeelding in galop terugkomt wanneer hij weggestuurd wordt.
7.4. Wat eigenlik zo benauwend is aan de carceri is minder het resultaat van enkele geheimzinnige martelscenes dan van de onverschilligheid van de menselike mieren die in deze reusachtige ruimten ronddwalen. De verschillende groepen schijnen bijna nooit met elkaar in aanraking te komen of zelfs maar het bestaan van de anderen bewust te zijn, en zeker merken ze niet dat enkelen van de veroordeelden in een donkere hoek gefolterd worden. En de meest beklemmende karaktertrek van deze anonieme menigte is wellicht haar ongevoeligheid voor duizelingen. Degenen die gemakkelik en wel gemoed op waanzinnige hoogten rondhangen schijnen niet te merken dat ze zich aan de rand van een afgrond bewegen’ (Men).
7.5. Seriebouw: Val voor 1 persoon: Val voor meerdere personen die in een direkte relatie met elkaar staan (gewenst of ongewenst: spijkerhuis) = blok beton van 5x3x15, doel: groep minderbedeelden-in-Onze-samenleving, volkswoningbouwvangisterenvoorvandaag. kontraprestatie: de bewoner verplicht zich ramen en deuren in de voor wijk op zeven voor geschreven maten en kleuren op de blokken te schilderen. Val voor toevallige, grote of kleine, samenscholingen. Val voor doelgericht(e) bijeengedreven
doelgroepen; Val voor 1 miljoen: Val voor nationale linguistiese etniese religieuse politieke enz groepen. Hoop: sommige gaan na verloop van tijd open; niemand kan vooruit zeggen of de situatie blijvend is…
7.6. Iedere cel wordt kanker. De wereld van Le C. is het inversum yan het KaZet (de menselike verbeelding kent geen grenzen, alleen barbariaties van een obsessie)
Basis van zijn sisteem is de weckfles: de moeder, de cel, het gezin.
Zijn voorbeeld is niet de natuurlike orde (myte a), maar het mililair sisteem (myte b): de kazerne, het klooster, de gevangenis, de fabriek, de falanstère.
Hem:Hij voedde de myte (c) van de mens = mier, van de bijenkorf, van het Biënleven van Maeterlick en Van Maerlant. Zijn kruistocht tegen het machinisme richtte zich tegen de ingenieur ten faveure van de dichter = ontwerper: de H.lntuitie. Hij pleitte voor herstel van de orde (myte d) in de stad, voor retoer van de mens naar natuurlike kondities voorzien van de nodige middelen om zijn vrijheid = tijd (myte e) te kultiveren (20 jaar voor Pétain droeg hij La Cité Radieuse op: Aan de Autoriteit.)
7.6.1. De Modulor – op Eenheid (myte f) zal ik mijn Huis bouwen. De cel zijn priemgetal: Een verzameling cellen vormt een wooneenheid: Wooneenheden vormen een stad: Steden vormen een = de wereld:Ieder op zijn plaats en ieder = een is gelukkig. Gelukkig, bevel van Hogerhand.
Verplicht in de Niewe Orde: vrolikheid & zuiverheid, eenvoud & rechtlijnigheid, optimisme & hygiëne, levensvreugde & vim
(In mijn Pit stinkt ‘t lustig, wassen uit den boze. er spiedt geen kortciërge in m’n bilspleet en omgeving.)
Geluk: het span wonen-ontspanning (myte g), losgekoppeld van arbeid (myte h). De geregenereerden smelten van dankbaarheid, verliezen zich in lauwe dromen in de schutse van de natuur (= kunst, myte i). CIAM: wonen + spelen + werken + cirkuleren; wie meerwilI wordt uit de cirkuiatie gehaald.
Tegen het kafee: de stad maakt de besloten gemeenschap kapot – herstel van de woongemeenschap (de Wijk, volgt vanzelf de Blokwacht en Burgerwacht steeds intiemer, steeds benauwder, steeds gedecentraliseerder, steeds geor-
ganiseerder de kontrole: het vrijwilligerskorps opereert vanuit jouw eigenste hoofd (Mon dixit).
 
Tegen de auto: het snelverkeer maakt de mens tot een nomade – restauratie (Hier Herstelt de Stad A, tot kaZet) van de besloten w-gemeenschap waar alles binnen handbereik ligt (zwembad, bioskoop (One flew over the cuckoo’s nest, prolong. 24 mnd), hangende tuinen, rekreatiezalen). H-hom-e-suite-homme: kleine villa op de zeventiende etage met zeezicht en sla + worteltjes op het dak. Verliezen zich in dromen in de schoot van de natuur of putten zich uit in gesuperviseerde- aktiviteit die vrije tijd wordt genoemd.
7.6.2. In de cellen nemen de holbewoners besluiten, over de cellen beslissen de machthebbers. De architekt van Le C. is een KaPo.
 
8. Uitscheiding en de dood, nog maar eens de rottingsbak.
8.1. Deine Sorgen möcht’ich haben. In het Spanje van koning Juan Carlos martelt men mensen door urenlang hun hoofd onder te dompelen in bakken stront. Uiteraard wordt het niet voortdurend ondergedompeld, ze zouden sterven en koning Juan Carlos zou niet tevreden zijn. Men dompelt hun hoofd onder in de bak stront, dan haalt men het er uit, juist op tijd om adem te halen. Dan dompelt men het weer onder in de stront. Dan haalt men het er uit. Dan dompelt men het weer onder. Dan haalt men het er uit. Dan dompelt men het weer onder. Dan haalt men het er uit. Dan dompelt men het weer onder. Dan haalt men het er uit. Iemand die martelt moet geduld hebben. Hij moet metodies te werk gaan. Nerveuze mensen leveren geen goed werk af, José Antonio Luarizaristi werd drie uur lang in de stront gedoopt. Daarna werd hij vier uur lang, in een doorweekte deken gewikkeld, met zijn voeten aan het plafond gehangen.
Terwijl koningin Sofie aan de orchideën rook die haar door president Gerald Ford waren aangeboden. Wanneer Juan Carlos het woord ‘demokratie’ in de mond neemt komt dit met forse koppen op de voorpagnaas. Wanneer de monden en neuzen, van de. José Antonio’s vol stront lopen komt dit met een paar regeltjes in de krant, als er al over gesproken wordt. Voor het A.F.P. is het een bak zout water geworden, uit konstderatie met het grote publiek, voor de U.D.P, is het een bak met ekskrementen.
8.2. Vraag: in wiens stront werden spaanse gevangenen ondergedompeld?
Vraag: verdient het uit humanitaire overwegingen aanbeveling koning Juan Carlos en koningin Sofie in hun eigen, al of niet geparfumeerde, stront onder te dompelen? Ons kent ons. Vraag: Oefent de koning soms al dageliks wanneer hij zich retireert?
8.4. Vraag (wal laat): waar vind ik de mens die in het voorafgaande figureert (intrans.)?