1.
Ik slenter aan de overkant van de straat.
Jij aan deze kant.
Dus ben jij ik.
2.
Van ‘t slot op ‘t raam tot de sleutel in de deur
en terug, van de sleutel in de deur tot ‘t slot op ‘t raam
en dan weer, van ‘t slot op ‘t raam tot de sleutel in de deur
loopt eindeloos van hier naar daar en van daar naar hier
dwars door de lucht van de kamer
een lijn, strak, recht,
onzichtbaar, door niemand getrokken.
Al het andere is slechts vormeloze leegte
om me heen in kleffe, dodelijke omhelzing.
3.
Mijn in de muur dringende daden
verteren de pleisterlaag.
Daarom trek ik me terug op de bodem van de zee
en laat vooral niemand klaar staan met goede raad!
Mijn grootje was bij de zeespoorwegen,
maar schippers worden aan de wal geboren,
waarom ik dan uitgerekend niet?
4.
Niemand weet dat professor Lussitzky
mij knap vindt en van mij houdt.
Op een klein schommeltje daalt hij op mij neer,
trekt mij naast zich en wég vliegen we samen naar de hemel
en dan nog hoger, naar warenhuis De Regenboog.
Daar koopt ie voor mij ‘n vel papier,
kan ik m’n geheim noteren.
5.
Vrouwen bestaan niet,
alleen hun rug in de volle tram,
alleen hun rok en hun schoenen bij ‘t uitstappen.
Mannen bestaan ook niet,
want die zitten weer boordevol vrouwen
en vrouwen, dat weten we nu, bestaan niet.
Ik besta ook niet,
alleen m’n uitgestoken tong in de spiegel
en al bestond ik – waartoe?
6.
Die vrouwen ook:
net badzeep.
Neem zuster Gijsje:
d’r oren zijn in d’r haren stukgekookt,
d’r borsten kunnen richten,
d’r dijen zijn uitschuifbaar
en alles kan er in:
de kapstok, overhemden, jassen,
‘t laatste buskaartje
en ‘t ganse kerkhof te paard.
Nu hoef ik alleen nog
voorgoed tegenover haar te zitten en te zorgen
dat ik ‘r vergeet.
7.
Dat, aan de overkant, is het huis.
Geen alledaags huis.
Voor mij een alledaags huis.
Huis in een rij.
Het enige huis.
Hét huis.
8.
Een groene haag.
Daar begint het Hiernamaals.
Ik stap er met mijn ogen overheen.
Ook drijft ‘t weleens door ‘t vergrendelde raam naar binnen.
Wanneer ik in plaats van ‘n glas water
mezelf leegdrink
ben ik ook Dat
en Het vergeet om
de grens aan te geven.