Zwijgen als dat moet of er toe doet
Als het kan is het vasten van het hart
uit de mond sparen
zo niet is het van honger vergaan
Voelt de tong als een losse lip
een boot drijvend op een plas, uitgehoosd
zwemt de roeier zij aan zij met één riem
en niemand in de rietkraag hoort wat hij naliet
Inzwijgen als dat kan ongezegd laten
waarmee verzwegen zij wie er ontkomen is
traanloos onbezwaard door hoop en bodemloos
het water waar hij over verwerend naschrift vaart
om nergens aan te komen
In het rond voer hij
totdat het wit weer zwart werd
en in stilte licht bevroor, krakend
volgde de zwemmer het hakken van de roeier
Rietpluimen bogen halsreikend mee.