Blik op Kaap Lava;

 

terugkeer van de vampier;
traagste schijnbewegingen;

 

een metalige bijsmaak.

 

Waar eens het kaktusveld:

 

zie folder/waar nu nog
niets: zie folder. Die 2
b.v., die leken al een
purser met zijn meisje.

 

‘Yes-yes (lachend) view from

 

Cape Lava’. Van die bewegingen

 

die alle schijn mee hebben.
(Lachend). Alsof het straks
wordt. Yes-yes. Bloedt het?

 

(Lachend): – zie folder.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Denk iets dat je goed kent.

 

Zeg: ze kamt haar haar.

 

Herhaal het: zij haar haar
kamt. Doe er een spiegel
bij. Maak het vertrouwder

 

dan je waarmaakt: de eerste
sneeuw/het eerste riet. Hoe
ze plotseling haar hoofd
naar voren of naar achteren
wierp. Zeg dat ze haar haar

 

kamde; zich naar voren of
naar achteren werpt. Terwijl
het sneeuwde of riet werd;

 

zich de eenbes verzwartte;

 

en zij haar haar kamt.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Los! daar gaan ze.

 

Quichot voor/Panza achter;
Panza voor/Quichot achter.

 

(Alsof) –. Terwijl een fancy-

 

haarlint tooide Cora, 8jarige

 

straatdueña. ‘…wil ik dat je
goed luistert’ citaat? ‘anders
vlieg je er uit’. Alsof de tuin;
alsof het paard; alsof ik –.

 

‘Sommige kakteeën bezitten

 

zelfs vleugels die zij nooit

 

gebruiken’: ci-. Oeff! wat doe
je nou! – Wordt niet bekend,
wordt onderbroken; bevriest. Cora,
(Alsof – ) waar is Cora? (Frosting;
gelé blanc). I voor/I achter.

 

Zal Cora hen leren kennen?

 

Los -. Weg zijn ze.

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

Pelikaan op het

 

noorden: signaal. Na-
zeurende kristalfamilies:

 

signaal. Zwaan in mond blaast:
(kom) – signaal. Met zweep-
en vleugelslagen: alsof

 

het licht wordt in sponssteen,

 

in wolfsdood. Nee, zo ruist een
zee niet. Nee; zo ruist geen

 

zee. Kom – (Lachend: hoe zij haar

 

haar kamde) : hij wacht. Knispert

 

het papier dat ik vertrapte? hoor

 

je de zin die je uitspreekt? Kom,
liefste. Details doen er niet toe:
het is tijd. ‘De boot schampt
de oever’. Kom: hij wacht. Niet
persoonlijk worden: hij ìs een

 

knorrige veerman. Heb je het geld
bij je? heb ik het geld bij me?

 

(Kom). Men wacht; er wordt gewacht.

 

Kom lief – drink je glas leeg.