Co Westerik: man met masker
Aquarel, pen, krijt, 1977

 

Mezelf kan ik alleen

 

vermomd als iemand anders zijn –

 

maar meer nog, misschien, wanneer er anderen kwamen

 

die zich ook vermommen wilden

 

en mij het masker namen, liefst

 

met vel en al

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

man met masker 1977, aquarel, pen, krijt 286 x 334 mm

 

Co Westerik: tafel met oud verband
Litho, 1981

 

Toen de engel later, gevallen, hier

 

tegen zijn eigen wijzers in rondkroop, zichzelf oplikte

 

en wegdepte met het windvuile gaas van zijn vleugels

 

stierf ook zijn te gouden haar

 

onder de arcering bij de tafelpoot –

 

links vooraan

 

 

 

eerder dan ik mij omdraaien kan

 

heeft de kamer zich van mij afgekeerd, wat als ik

 

opnieuw ter wereld komen moest?

 

 

 

de vitrage valt terug

 

in zijn plooien, daarachter ligt alles

 

verlaten, soms is het vergetele er even, in de bijsmaak

 

van kijken, het snakken naar adem, de roes

 

die lendenen streelt, heiligbeen

 

en slapen

 

 

 

iemand kwam en boog zich

 

over het zwart van de trekzalf nam van dromen

 

het doorgebrokene mee

 

in een klein, niervormig bekken –

 

 

 

de tijd hoeft niets, heelt niets, maar heult met iedere pijn

 

en zo vanzelf en zo roze

 

hechten zich zijn pleisters

 

aan ons, aan het knellende, labyrintische

 

verband dat wil worden afgewikkeld

 

tot op het leven

 

 

 

waar al onze wonden begonnen, beginnen

 

zouden te genezen, toen

 

 

 

 

 

 

 

 

 

 

tafel met oud verband 1981, litho 17,6 x 21,5 cm