De Belg is een kalkoen die in de waan leeft een pauw te zijn. Zo gebeurt het dat de Belg beproeft zijn staart tot het half-ronde siersel te maken dat hij bij de pauw heeft opgemerkt. Natuurlijk gelukt dit de kalkoen niet: immers heeft hij geen pauwestaart. Alleen heeft dit voor gevolg dat de kalkoen zijn staart in de hoogte houdt, aldus zijn achterzijde ontblotend. Dit meent de Belg ‘pauwestaart maken in de zon’. Dat de luidjes van het neerhof zozeer daarom lachen kan de Belg niet begrijpen en om het lachen zelf maakt hij zich heftig boos.

De Belg weet dat hij een nuttig dier is. Inderdaad is het tot het bewustzijn van deze kalkoensoort doorgedrongen dat hun laatste verschijning op aarde is deze van fraai bruin gebakken gevogeltje op de feestdis van deftige burgers. Dat hij daartoe uitverkoren werd maakte de kalkoen zeer fier. Deze fierheid openbaart zich duidelijk in het misprijzen dat de Belg aan de dag legt tegenover arenden, reigers, uilen en andere, naar zijn mening onnuttige, d.w.z. oneerbare vogels.

(Uit de postume reeks ‘Diergaarde voor kinderen van nu’)