Onder het uitspansel bij Paal Twaalf,
in de verlaten strandtent waar wij zaten, 
slaan, kort na elkaar, twee diepvrieskisten aan.

Menig stokje brengt zijn eerste nacht
in zand door, of zijn laatste
in bevroren ijs, diverse smaken.

Sommige benzine op het eiland wiegt nog na,
het merendeel staat blakstil in de motorrijtuigen
op erven, campings, wandelpaden.

Adem die ik morgen onze opblaaskrokodil
hoop in te blazen, stroomt nu in een schaap
dat zich niet vaak laat horen

maar vannacht met routineus geschoren
banen over zijn buik vanaf de dijk
de sterren toe gaat blaten.

Heeft de mug die mij komt steken
mij al in de gaten boven de kamperfoelie
onder ons wagenwijd slaapkamerraam?