Het geluid dat hem heeft gewekt lijkt op applaus. Of het klateren van een middelgrote waterval. Het verschil valt moeilijk uit te maken, met je ogen toe.

Maar – vraagt hij zich af wanneer hij eindelijk die ogen open krijgt – hééft hij wel degelijk geslapen? Dan is dit toch een vreemde plaats om wakker te worden: op een weinig komfortabele klapstoel in één uit vele rijen gelijkaardige klapstoelen op elk waarvan zich een medemens in zittende toestand bevindt, en dit alles in een grote nauwelijks verlichte ruimte… Een bioskoopzaal? Nee een schouwburg, want ginds vooraan en zowat één meter hoger zijn een aantal door spots beschenen in personages verklede mannen en vrouwen druk bezig, een of andere al dan niet uit het leven gegrepen stand van zaken te simuleren.

Natuurlijk! Hoe kon hij dàt vergeten! Hij is hier immers in opdracht van de krant. Hij moet dit stuk bespreken, hij is Bespreker van beroep namelijk. En wat hier wordt opgevoerd is De Niet Elastiese Terugtocht – zo luidt de intrigerende titel van het nieuwste toneelwerk van de hand van Vasili Bolutsjenko, de naar het Westen gevluchte russiese dissident-auteur. Met andere woorden, dit stuk wordt een sukses bij voorbaat. Of toch, wat voornoemde Bespreker betreft, zolang het enigszins door de beugel kan. Want deze Bespreker is gewend te schrijven wat hij denkt, zijn opinie is niet te koop!

Intussen weet hij nog lang niet wat voor opinie dat hier moet worden. Alvast een merkwaardig begin, zo met de zaal in het donker en het stuk in volle aksie! Is dit een nieuwe teatrale gimmick? Inplaats van het stilaan afgeleefde open einde, een open begin? Welja, zo kan hij dat noemen in zijn bespreking. Hopelijk komt niemand van de konkurrensie op het idee.

Maar nu mijn aandacht bij de opvoering, daarvoor zit ik hier tenslotte! besluit de Bespreker bij zichzelf. En met alle deskundige konsentrasie die hij kan opbrengen, begint hij de aksie op het toneel te volgen. Het duurt maar even of hij is geboeid tot en met. Die Bolutsjenko doet het toch maar weer. Zijn bedoeling is duidelijk deze geweest, de toeschouwer het gevoel te geven dat hij (of zij) de uitgebeelde personages kent, intiem nog wel, en dit zonder ze ooit te hebben ontmoet of iets van ze af te weten! Zonder beroep op grotere middelen dan een schijnbaar alledaagse dialoog, presteert de auteur de krachttoer dit alles te suggereren op een wijze waar je niet omheen kunt! De Bespreker, toch geen groentje in het vak, is behoorlijk onder de indruk. Wat een vondst! Een déjà-vu met voorbedachtheid, zal hij dit noemen in zijn artikel voor de kunst. Waarna iets in de trant van: de relasie tussen dramaties gebeuren en publiek rezoluut naar een hoger nivo getild, de toeschouwer die méér wordt dan alleen maar dat, hij wordt tot een effektief bij de handeling betrokken zwijgend medespeler! – Enzovoort, dat verzint hij nog wel.

Na een zo pakkende start, is de Bespreker niet weinig benieuwd hoe het stuk zal evolueren! En evolueren doet het, daar niet van, maar heel anders dan de Bespreker had verwacht. Zijn de akteurs niet berekend voor hun taak om een teatrale illuzie van zo hoog en nooitgezien allooi geloofwaardig te houden? Of is het de schrijver die zonder meer té hoog heeft gemikt, die wel een geniale inval had maar niet bekwaam bleek tot een even geniale uitwerking daarvan? Nee, dit laatste acht de Bespreker uitgesloten daarvoor is een Bolutsjenko toch teveel virtuoos in zijn vak! Slechts één mogelijke konkluzie: deze antiklimaks werd bewust door de auteur zo gewild.

Immers, hoe anders kun je het hier vertoonde noemen dan één lange zeer geleidelijke antiklimaks? Met de minuut houdt het gebeuren op de planken minder de aandacht gaande. Hoe meer van de aksie er werd afgewikkeld, des te minder raak je als toeschouwer te weten. Het déjávu effekt, dat bizondere bijna introspektieve kontakt dat bestond tussen spelers en publiek, vervaagt en gaat teloor: de twee vervreemden zo volkomen van elkaar dat hun gelijktijdige aanwezigheid in één ruimte wel aan een misverstand zoniet boosaardig opzet moet te wijten zijn.

Al die tijd pijnigt de Bespreker zijn hersens met de vraag wat Bolutsjenko, normaliter toch ver van een moeilijk te begrijpen schrijver, met dit alles mag hebben bedoeld. Want hij, de Bespreker, zoals vermeld toch een ouwe rot in het vak alsook naar behoren belezen en last not least al zegt ie het zelf lang niet van de domsten – zelfs de Bespreker kan hier geen touw aan vastknopen. Maar hij blijft het proberen, mét volledige inzet van zijn besprekersintellekt!

En terwijl hij zo piekert gaat het stuk onverschrokken door met verschralen, personages verdwijnen onverklaarbaar, verbanden vallen weg, zolang tot het laatste spoor van zinnigheid is zoekgeraakt, en er uiteindelijk van die hele uiteengerafelde toestand nog slechts één speler op het toneel overblijft, een zo verregaand ongedefinieerd personage dat je niet eens meer kunt onderscheiden of het een man is dan wel een vrouw. Vijf minuten of langer blijft het daar zo zitten, in het schijnsel van één naargeestige groene spot, zonder een woord te spreken en zo roerloos dat het op de duur nog een ding is, meer niet.

Dan valt eindelijk het doek. Zoals te verwachten: geen applaus. Wel een doodse stilte die, vreemd genoeg, als met gespannen verwachting geladen aandoet. En in die ademloze stilte klinken, vanuit de koelissen, de plechtige bonkgeluiden waarmee naar aloud teatraal gebruik het opgaan van het doek en het begin van het stuk worden aangekondigd.

Maar geen doek gaat op ditmaal, en de Bespreker begrijpt waarom. In een flits heeft hij alles door! De handeling van dit stuk heeft zich van achter naar voor afgespeeld! En dat verklaart alles, tot en met de bizarre titel. Wat de Bespreker hield voor een zg. open begin, was in feite niet meer dan een open einde, zij het van de verkeerde kant bekeken. Dat was dus helemaal géén vondst van Bolutsjenko, hoegenaamd geen vernieuwer inderdaad, hij deed niet eens alsof!

De hipoteze van de Bespreker – dat het schijnbare slot in werkelijkheid het begin was – wordt bevestigd: hij kijkt op zijn horloge en het is halfnegen savonds, uur waarop normaal in deze schouwburg de vertoning aanvangt. De lichten in de zaal gaan branden, de aanwezigen staan recht en schuifelen achterwaarts buiten. Kijk maar: teneinde niet te struikelen hebben ze ogen in hun achterhoofd.

 

Ik mag beslist niet vergeten – neemt de Bespreker zich voor – mijn bespreking van deze opvoering achterwaarts te laten afdrukken: dáàr zal de hoofdredakteur niet van terughebben!

O nee? Dan heeft de Bespreker, hij lang niet van de domsten al zegt ie het zelf, toch maar half nagedacht deze keer. Die bespreking van hem is immers al lang en breed verschenen. En die schreef hij pas nadat hij ze in de krant had gelezen; tot besluit is hij dan het stuk gaan bijwonen. Uiteraard zonder te snappen waarover het ging, en hoe raakt hij dat nu nog te weten? Want het stuk wordt nooit meer opgevoerd: dit was immers de première.

Als de Bespreker ooit doorkrijgt hoe de vork echt in de steel zit – en dat komt, dat heeft hij nog te goed – dan zal dat hem ver van verheugen. Hem kennende stel ik me al voor, hoe hij dan tekeer zal gaan in de wekelijkse kunstrubriek van zijn lijfkrant! in die tipies briesende stijl van hem waarin hij vervalt telkens hij zich opwindt: ‘Geloof me vrij, hier zit meer achter waarde lezer, met name een plot van Moskou! Dit is noch meer noch min dan een vuige sovjetsamenzwering die beoogt het vrije Westen te beduvelen, door het te raken op zijn meest nobele en vandaar meest kwetsbare plaats, met name zijn kultuur! Wat baat het kweken van politieke goodwill bij dergelijke slagen onder de gordel? Die russiese toneelschrijver, hoe heette hij ook alweer, was helemaal geen dissident: dat was alleen de verraderlijke fasade van waarachter hij moest proberen ons de meest sinistere van alle haken te komen zetten! Goed dat er nog waarnemers zijn zoals ikzelf, al zeg ik het zelf, om dit soort van opzet tijdig te ontmaskeren!

Enzovoort. In de veronderstelling dan dat de Bespreker zijn ontboezeming voorbij de ongetwijfeld linkse simpatieën koesterende hoofdredakteur zou krijgen. Maar al raakte zijn tekst gepubliceerd wat dan nog? Zo Moskou al reageerde, dan lag de logenstraffing voor de hand: Voorbarige geruchten.

 

N.B.: de opinie – zie hoger – over de zg. meest kwetsbare plek van het Vrije Westen blijft voor rekening van de besproken Bespreker, vanzelfsprekend. Zeg nu zelf: wat kun je voor steekhoudende verwachten van iemand die vroeger en later zo slecht uit elkaar houdt?