Ik stel voor, tot nader order de benaming roman op te geven – het woord epos is goed genoeg en is, zolang er voldoende distantie is van humanistiese vorming en de idylliese Vergilius, minder belast.
De psychologiese roman berust op kausale redeneringen en kent geen vaste vorm, omdat niet te overzien is waarop de konklusies terugvoeren en waar ze eindigen. Meestal is deze manier van redeneren aan de anekdote gebonden – dus induktieve wetenschap.
De anekdote is daarentegen de onkunst van de mengvorm, altijd tendentieus en moraliserend, want de pointe is steeds willekeurig. Welk motief en welk einde van een anekdote kan niet voor hetzelfde geld worden omgedraaid. Want de anekdote betreft dingen die niet bestaan. De kracht van de uitbeelding maakt er een feit van.
Lyrisme is koketterie. Een pianist die een fuga van Bach speelt en die met eigen thema’s vermengt, wordt ongetwijfeld de zaal uitgezet, en enigszins terecht.
De deskriptieve schilderende roman veronderstelt bij de lezer een volledig gebrek aan kennis betreffende tafels, nachtspiegels, jonge meisjes, steile trappen, kamerjassen, boezems, deurbellen enz. De gebeurtenissen worden begeleidende verschijnselen van dromerig verstrengelde vingers, als van opaal glanzende kwispedoren enz. Of dit op een nieuwe manier gezegd wordt of in de stijl van Marlitt, heeft enkel te maken met de leeftijd van de scribent en dergelijke onzin meer.
Het is altijd pantheïstisch lyrisme wanneer iemand deze dingen van een ziel wil voorzien. Een nachtspiegel, een krullekop, zelfs orchideeën die met violet protoplasma verkracht zijn blijven dingen en dienen hun plaats te weten wanneer het gaat om het menselijk lot.
Gevoel duikt altijd op wanneer het erom gaat, impotentie te verbergen. Het epos wordt langer en langer – uit slaafse nabootsing van Homerus en zo voort. De jonge vlerk Vergilius levert hiervoor eklatante voorbeelden. De Ilias is een verzameling van verhalen rond een centraal noodlot en is door deze en gene gemaakt. Vergilius daarentegen een uitgerekte anekdote. Het centrale noodlot is in het vergeetboek geraakt – want de mythe is verloren gegaan, wat overbleef was de techniek van het rekken.
Als je een gebeurtenis zou willen brengen met voorwaarden en gevolgen, waar beginnen dan de eerste en eindigen de laatste? Met de dood van de betrokkenen? Ik zie niet in waarom iemand die 7 echtgenotes, 4 veelbelovende zonen, 3 dochters, 2 vaders, 1 kind in de moederschoot zou verliezen wanneer hij zich zou ophangen, niet evengoed kan worden losgeknoopt? De losgeknoopte is waarschijnlijk meer de moeite waard en meer ervaren dan het familiekonijntje. ledere handeling kan ook ergens anders ophouden – mits men niet ortodox katholiek is, en zelfs dan is er nog de ondoorgrondelijke goedheid Gods, het wonder enz.
Het kunstwerk is dus een kwestie van willekeur, resp. van benevelde dronkenschap. Ik geef de voorkeur aan het eerste, omdat ze in staat is ergens rekening mee te houden en maat te houden. Het kunstwerk is een kwestie van willekeur, dus van keuze, van wachten. Wat moet er gekozen worden? Het is waar, je kunt alles kiezen. Maar het is vervelend over dingen te horen die te vaak zijn gezegd. Wat ooit eens met Gods hulp behoorlijk verwerkt is, moet men laten voor wat het is. We herhalen al genoeg.
Geloof me, Tristan en Isolde doen mij helemaal niets – maar Gullivers reizen adoreer ik. Niets zal een onnozele hals ervan weerhouden, een Tristan te schrijven – maar voor Gullivers reizen is intelligentie, opvoeding, kracht vereist.
Men zou beter het epos voortaan niet meer alleen in dienst van het geslachtsverkeer kunnen stellen. Het bezingen van meer of minder gekompliceerde genitaliën zou overbodig mogen zijn – aangezien de geslachtsdaad resp. bijslaap met zijn soms niet helemaal onaantrekkelijke preludia en zijn meestal zekere gevolgen als kinderen, abortus, walging, verdomming, wederzijdse gewenning, regelmatig ten uitvoer brengen van de liederlijkheid enz. door eenieder min of meer gerealiseerd kan worden. Liefdesgeschiedenissen hebben alleen zin voor van kindsbeen af gekastreerde, ernstig vrouwzieke personen.
Men heeft de gewoonte aangenomen om dingen die met een zekere inspanning te bereiken zijn, als kunstmatig te betitelen. Tot deze kategorie behoren onthouding, God, denken enz. Iemand die vanuit het gevoel schept, is meestal op de liefde, de vrouw enz. aangewezen. Ik stel daarentegen een literatuur voor die bedoeld is voor gedifferentieerde vrijgezellen – denken is een hartstocht van de hoogste rang, die door de filosofen, de school, het leger, de staat en vooral het huwelijk verkracht wordt en slechts moeizaam in het religieuze voortbestaat. Wie heeft er niet een filosofies systeem? – Maar wie heeft er weet van de mensen die niet toepasten, de gedachten zelf uitvonden, ervoor baden, thee dronken, rookten, zelfs stierven.
Ongetwijfeld zijn er voor instellingen en overeenkomsten systemen nodig. Het huwelijk is het systeem van de algemene bijslaap, de geremde belevenissen, de morele opinies – stuk voor stuk dressuurinstellingen voor mensen die alleen niet uit de voeten kunnen, perse van hun kleine adoratie willen genieten, die aan de afgrond stonden toen ze een dionysies leven à la commis voyageur leidden. Het grootste deel van de literatuur is een institutie voor echtelieden en lieden die het willen worden, voor beheerste karakters, gebruiksaanwijzing voor flirt en theesalon.
Wie sierlijk en mooi schrijft, oefent zijn ambacht uit voor de goegemeente.
De statige schrijfstijl is vaak ronduit naturalisties – omdat ze altijd, zij het in kontrast, naar het doorsneeleven verwijst. Ze wordt vaak grotesk, omdat ze als beheerste verheffing van de werkelijkheid ervaren wordt – die verfraaid moet worden enz.
Het gaat er om, in de roman beweging uit te beelden – een opgave die volstrekt niets met het deskriptieve te maken heeft. Ik zou niet goed weten, waarom de beschrijving verplicht gesteld zou moeten worden. In elk geval is het zinloos de rust, het deskriptieve naar de voorwerpen o ver te hevelen. Waardevol in de roman is – wat beweging teweeg brengt. Rust is er genoeg – aangezien uiteindelijk het geheel toch is vastgelegd.
Ik weet niet of men moet doordringen tot het typerende van de dingen. Vaak worden evenwel intensief gepresenteerde en gefixeerde gebeurtenissen later als typerend ervaren.
Het absurde tot een feit maken! Kunst is een techniek om feitelijke toestanden en affekten tot stand te brengen.

* In Die Aktion, 2e jrg. 1912. (Werke Band 1, 1980, pp. 127-129).