I Het Mechanische
II Het Elektrische
III De Mantel
IV Het Model
V Het Handelen
VI Het Bewegen
VII Het Kijken
VIII Het Lezen
IX Het Circuit
X Het Produkt

De kunst van het machine lezen. Over de emancipatie van het materiaal en het materiaalgebruik

Het lezen van De kunst van het machine lezen

‘De informatie die het beeld van een apparaat biedt zal iets moeten zeggen over wat het apparaat is én wat het apparaat doet’. (34) ‘Hoe een apparaat feitelijk ‘is’ wordt in niet onbelangrijke mate bepaald door het beeld dat wij ons van het apparaat vormen.’ (24) Aan de vorm van het apparaat is het oorspronkelijke ontwerp af te lezen dat denkbeelden inhoudt omtrent gebruik, gebruiker, doel, effekt en funktioneren. Het apparaat is een leeswijze van het plan, een vertaling van het ontwerp (in een verzelfstandigd beeld) en resultaat van handelen. De relatie tussen vorm (het resultaat van handelen) en idee (het plan om techniek toe te laten) bevat mededelingen over de verantwoordelijkheid van het handelen, hier: het konstrueren van apparaten.

Met ‘het lezen van machines en de bewegingen die zij maken’ wil Raaijmakers een aansluiting konstrueren op de grafiese technieken die Etienne Jules Marey in 1879 publiceerde in zijn la méthode graphique dans les sciences expérimentales en principalement en physiologie et médecine: ‘een verzameling methoden waarmee op wetenschappelijk verifieerbare wijze bewegingen, verschijningen en gebeurtenissen in geregistreerde vorm kunnen worden ontkoppeld van datgene wat beweegt, verschijnt en gebeurt’. Inzoverre is de ‘grafiese methode’ die de lektuur van Raaijmakers machine-essay richting geeft tevens een sociografiese methode voor het lezen van – zoals Marey het noemde – ‘de taal der verschijnselen’. De beeldende variant van ‘de grafiese methode’ betekent dan het tonen op welke wijze ‘het graferen van bewegingen leidt tot het ontstaan van nieuwe beelddragers en beeldmachines waarmee de afbeelding van het beeld wordt gelicht en waarin de afbeelding – als immaterieel beeld – verschijnt’: het beeld in zijn techniese gedaante.

In De kunst van het machine lezen wordt een ‘metafories model’ (zie IV.- Het Model) ingevoerd om de vormgeving van mechaniese en elektriese apparaten te vergelijken. Lezen is een model van waarnemen; zo gaat het hier om een methode van waarnemen die andere zienswijzen, vastgelegd in elektriese vormen, tot objekt maakt. In de tekst wordt verslag gedaan van een bepaalde manier van kijken naar apparaten (waarbij dit verslag lijkt op een ‘beeld dat roteert), het is geen historiese schets. Het verhaal bevat enkele vergeten hoofdstukken uit het klassieke natuurkundeboek, zou men kunnen zeggen, en niet voor niets bestaat het daarom voornamelijk uit definities, konstateringen, stellingen en apodiktiese beweringen.

Het lezen van machines betekent: nagaan hoe de ‘vormgeving’ van de lichamen en objekten waarmee elektriciteit wordt opgewekt en bewaard zich ontwikkeld heeft. Dit houdt tevens in: het lezen van de ‘momenten van transport van een idee’, de verschillende stadia in de produktie oftewel de beelden waarin het apparaat van fase tot fase gedacht is – van idee, via koncept, diagram, model, naar eindprodukt: het apparaat. ‘Pas wanneer het apparaat ‘werkt’ – de bouwdoos in elkaar gezet is – wordt het systeem van de ordening geopenbaard’. Dat geldt ook voor de tekst, die zelf een beeldmachine genoemd kan worden waarvan de komponenten, zoals in het diagram, in een plat vlak gepresenteerd worden, een verzameling gelijksoortige patronen overzichtelijk geordend (vgl. VIII.- Het Lezen).

In 1971 en 1973 exposeerde Raaijmakers zijn IDEOFONEN – ‘leerapparaten’, waarmee elementaire elektriese en kommunikatieve principes getoond werden op teatraalformaat. De bedoeling was daarmee ‘verloren vormen en mechanismen’ zichtbaar te maken en in het bizonder de sociale en instrumentale positie van de elektriese luidspreker als ‘doorgeefluik’ aan de orde te kunnen stellen. In 1977 bereidde Raaijmakers een expositie ‘Actio in Distans’ voor (die in het verlengde van de tentoonstelling van de ideofonen gepland was voor 1979 in het Gemeentemuseum in Den Haag maar na en door het optreden van een nieuwe direkteur door Raaijmakers weer werd teruggetrokken) met als thema: bepaalde verwantschappen in de vormentaal van de elektriciteit en de beeldende kunst aan het licht te brengen, de relatie tussen ‘de verloren vormenwereld der primaire en fundamentele elektriciteit en een bepaald hieraan verwant vormdenken in de beeldende kunst van de laatste 10 à 15 jaar’.

De tekst De kunst van het machine lezen zal een onderdeel moeten vormen van een grotere publikatie over:

– Elektriese archetypen in de beeldende kunst

– Sociale geschiedenis van de elektriese Apparaten in de Muziek

– ‘De grafische methode’: beeldvorming van bewegingen met apparaten en in apparaten.

 

I Het Mechanische
II Het Elektrische
III De Mantel
IV Het Model
V Het Handelen
VI Het Bewegen
VII Het Kijken
VIII Het Lezen
IX Het Circuit
X Het Produkt