Vervolging, vernietiging, literatuur, het boek dat Sem Dresden vorig jaar publiceerde, maakte zoveel indruk op de redactie van Raster dat zij besloot, een heel nummer te wijden aan dat boek en de problematiek die erin aan de orde gesteld wordt.
Dit nummer bevat:
– ‘Souvenir inoubliable’, een kleine beschouwing van Dresden over wat, in verband met herinneringen, ‘onvergetelijk’ mag betekenen. Het is afkomstig uit een nummer van Maatstaf, jaargang 1963.
– ‘De literaire getuige’, een essay van Dresden uit 1959. Een aantal lezers zal immers niet bekend zijn met Vervolging, vernietiging, literatuur. ‘De literaire getuige’ geeft een goede indruk van waar het om begonnen is. Het is op enkele punten bekort, namelijk daar waar sommige kennis van de oorlog en de kampen tegenwoordig bekender mag worden verondersteld dan ruim dertig jaar geleden.
– Vier beschouwingen, van redacteuren, over of naar aanleiding van Vervolging, vernietiging, literatuur.
– Een vraaggesprek van de redactie met Dresden.
-‘Het vreemde vermaak dat lezen heet’, een voor dit nummer geschreven essay van Dresden dat ook als aanvulling mag gelden op het laatste hoofdstuk van Vervolging, vernietiging, literatuur.
S. Dresden (1914) studeerde Frans en filosofie in Amsterdam en Parijs. Werd in 1947 hoogleraar Franse letterkunde te Leiden, en was van 1975 tot 1981 hoogleraar algemene literatuurwetenschap. Hij schreef essaybundels; studies over Montaigne, de roman, de biografie, Erasmus, Hugo de Groot, humanisme, symbolisme; en recent Wat is creativiteit? (1987) en Vervolging, vernietiging, literatuur (1991).