Meneer William Burke werkte zich van helemaal onderaf op tot eeuwige beroemdheid. Hij werd geboren in Ierland en begon als schoenlapper. Hij oefende dat beroep enkele jaren lang uit in Edinburgh, waar hij bevriend raakte met meneer Hare op wie hij grote invloed had. In de samenwerking tussen de heren Burke en Hare beschikte meneer Burke onmiskenbaar over het inventieve talent en de gave tot eenvoudige oplossingen. Maar hun namen blijven in hun kunst even onverbrekelijk met elkaar verbonden als die van Beaumont en Fletcher. Zij leefden samen, werkten samen en werden samen gepakt. Meneer Hare protesteerde nooit tegen de populariteit die speciaal meneer Burke betrof. Deze volledige belangeloosheid heeft hem niets opgeleverd. Want het speciale procédé dat de twee compagnons beroemd maakte, droeg de naam van meneer Burke. Het woord burke zal nog op eenieders lippen liggen wanneer de persoon van Hare allang in vergetelheid is geraakt zoals dat nu eenmaal het treurige lot van bescheiden types is.

Meneer Burke schijnt in zijn werk de sprookjesachtige fantasie te hebben meegebracht van het groene eiland waar hij geboren was. Zijn ziel moet doortrokken zijn geweest van de folkloristische verhalen. Wat hij gedaan heeft roept een vage herinnering op aan de Duizend en een Nacht. Gelijk de door de nachtelijke tuinen van Bagdad dwalende kalief smachtte hij naar geheimzinnige avonturen en was hij een liefhebber van onbekende verhalen en vreemde mensen. En gelijk de grote zwarte slaaf met zijn kromzwaard vond hij geen waardiger besluit van zijn wellust dan de dood van anderen. Maar zijn Angelsaksische aard kwam vooral tot uiting in het feit dat hij practisch voordeel wist te ontlenen aan zijn Keltische fantasiewereld. Wat deed de zwarte slaaf wanneer zijn kunstgenot ten einde was met degenen die hij onthoofd had? Zoals een Arabische barbaar betaamt, sneed hij ze in partjes om ze gepekeld in een kelder te bewaren. Wat had hij daaraan? Niets. Meneer Burke was daarin verreweg zijn meerdere.

Op een of andere manier diende meneer Hare hem als Dinarzade. Meneer Burke’s vindingrijke geest werd naar het schijnt door de aanwezigheid van zijn vriend bijzonder geprikkeld. Hun dromen wekten een zo sterke illusie dat ze aan een gribus genoeg hadden om hun grootse visies te herbergen. Meneer Hare hokte in een kamertje op de zesde verdieping van een overvol hoog huis in Edinburgh. Een canapé, een grote kist en waarschijnlijk een paar toiletspullen vormden zo ongeveer het hele meubilair. Op een tafeltje een fles whisky met drie glazen. In de regel ontving meneer Burke maar een gast tegelijk, nooit dezelfde. Bij het vallen van de avond placht hij een onbekende voorbijganger uit te nodigen. Hij dwaalde door de stad op zoek naar interessante gezichten. Soms koos hij op goed geluk iemand uit. Hij sprak de vreemde aan met de wellevendheid die Haroen-Al-Raschid aan de dag zou hebben gelegd. De vreemde liep zes trappen op naar de gribus van meneer Hare. De canapé werd voor hem vrijgemaakt en zij boden hem Schotse whisky aan. Meneer Burke vroeg hem naar de meest bijzondere gebeurtenissen in zijn leven. Hij was een onverzadigbare toehoorder, meneer Burke. Het verhaal werd altijd door meneer Hare afgebroken voor het aanbreken van de dag. De manier waarop hij hem onderbrak was onveranderlijk dezelfde en zeer dwingend. Om de draad van het verhaal af te breken, ging meneer Hare achter de canapé staan en legde beide handen over de mond van de verteller. Op hetzelfde moment nam meneer Burke plaats op zijn borst. Beiden droomden in die houding zonder zich te bewegen over de afloop van de geschiedenis die ze nooit zouden horen. Op die manier maakten de heren Burke en Hare een einde aan een groot aantal verhalen waar de wereld geen weet van zal hebben.

Wanneer het verhaal met de laatste adem van de verteller voorgoed gestopt was, onderwierpen de heren Burke en Hare het geheim aan een nader onderzoek. Ze kleedden de onbekende uit, bewonderden zijn juwelen, telden zijn geld, lazen zijn brieven. Sommige correspondenties waren niet oninteressant. Daarna stopten ze het lichaam ter afkoeling in de grote kist van meneer Hare. En op dit punt toonde meneer Burke zijn praktische geest.

Het was belangrijk dat het lijk vers was, maar niet meer warm, anders beleefden ze aan het avontuur niet het volste genoegen. In de eerste jaren van die eeuw bestudeerden artsen enthousiast de anatomie; maar vanwege religieuze principes was het heel moeilijk lijken voor hun secties te vinden. Dankzij zijn heldere verstand gaf meneer Burke zich rekenschap van die lacune in de wetenschap. Niemand weet hoe hij in contact kwam met de eerbiedwaardige, geleerde arts dokter Knox, die een leerstoel bekleedde aan de faculteit van Edinburgh. Misschien had meneer Burke zijn openbare colleges gevolgd, hoewel hij door zijn verbeeldingskracht eerder in kunstzinnige richting neigde. Zeker is in elk geval dat hij dokter Knox beloofde hem zo goed mogelijk te helpen. Van zijn kant verplichtte dokter Knox zich hem voor zijn moeite te betalen. Het tarief ging in glijdende schaal omlaag van de lijken van jonge mensen naar die van oudere. Voor de laatste had dokter Knox maar weinig belangstelling. Die mening was ook meneer Burke toegedaan – want gewoonlijk hadden ze minder fantasie. Dokter Knox verwierf met zijn anatomische kennis groot aanzien onder al zijn collega’s. De heren Burke en Hare genoten met volle teugen van hun liefhebberij. Waarschijnlijk ligt daar de klassieke periode van hun leven.

Want het immense genie van meneer Burke doorbrak weldra de wetten en regels van een tragedie die steeds maar één verhaal en één vertrouweling kent. Meneer Burke ontwikkelde zich in zijn eentje (het zou kinderachtig zijn daarin de invloed van meneer Hare te willen zien) tot een soort romantiek. Het decor van meneer Hare’s gribus was hem niet meer genoeg, hij bedacht het nachtelijke procédé in de mist. De talloze navolgers van meneer Burke hebben enigszins afbreuk gedaan aan de originaliteit van zijn vormgeving. Maar hier hebben we de ware traditie van de meester.

Meneer Burke had met zijn rijke verbeelding genoeg van eeuwig dezelfde verhalen over de menselijke ervaring. Nooit had het resultaat aan zijn verwachting beantwoord. Hij was zover dat hem nog alleen het reële voor hem steeds wisselende gezicht van de dood kon bekoren. Hij verplaatste het hele drama naar de ontknoping. De kwaliteit van de acteurs was voor hem niet meer belangrijk. Hij voegde zich naar het toeval. Het enige hulpmiddel in het theater van meneer Burke was een linnen masker gevuld met pek. Met dit masker gewapend ging meneer Burke in mistige nachten de straat op. Hij werd vergezeld door meneer Hare. Meneer Burke wachtte op de eerste de beste voorbijganger, liep snel voor hem uit, draaide zich dan om en zette hem het pekmasker op het gezicht, onverwacht en stevig. Onmiddellijk grepen de heren Burke en Hare, de een links de ander rechts, de armen van de acteur vast. Het met pek gevulde linnen masker was even geniaal als simpel, omdat het tegelijk de kreten dempte en de adem verstikte. Bovendien was het een tragisch masker. De mist vervaagde de wilde gebaren van de medespeler. Sommige acteurs leken te doen alsof ze dronken waren. Zodra de scène afgelopen was, namen de heren Burke en Hare een cab, onttakelden het personage; meneer Hare hield de kostuums in het oog en meneer Burke bezorgde dokter Knox een vers en schoon lijk.

In onderscheid tot de meeste biografen wil ik de heren Burke en Hare achterlaten op het hoogtepunt van hun roem. Waarom zulke artistieke effecten teniet doen door de heren op hun steeds langdradiger weg te volgen tot aan het eind van hun carrière en hun teloorgang en teleurstellingen aan het licht te brengen? Waarom ze anders zien dan met hun masker in de hand dwalend door mistige nachten? Want het einde van hun leven was banaal en leek op zoveel andere. Het schijnt dat een van beiden werd opgehangen en dat dokter Knox de medische faculteit van Edinburgh moest verlaten. Meneer Burke heeft geen andere werken nagelaten.