Top
Hij gaf hem een creditcard en
een vast maandelijks krediet,
las de rekeningen
als brieven en bestudeerde
kaarten die hij in cafes
achterliet.
Soms in een droom wezen ze
elkaar aan de voet van
een achtduizender
de top.
Er stond een straffe wind.
Hun lippen bewogen
(van de kou?)
Wat vroeg je? (de vader)
Ik gaf antwoord (het kind).
Boodschappentas
Ze hangt als een boodschappentas
aan mijn arm en ik bedenk me
wat er met haar
uit mijn leven verdwijnt: Buisman,
een stoof, de theemuts.
Niets houdt haar trouwens
nog warm.
Bevelend wijst ze naar
de supermarkt en
vraagt me
wat ik zie:
ik noem een naam.
Nee, idioot,
dat is de overkant en
hoe komen wij daar?
Ik wil haar nooit meer ontstemmen,
zeg me hoe.
Maak je maar klaar,
we zullen moeten zwemmen.
Paarden
Ze zit in een bijna lege bus
in de nieuwe stad en denkt
aan het land
dat ze verliet en zou willen
dat ze nu met haar oor
op de grond lag
om te horen of er ergens paarden
galopperen en zou daarna
geleund tegen een boom
hardgekookte eieren willen eten
met naast haar een man die
op haar vader lijkt
en hem iets pijnlijks willen
vertellen en hij zou haar
net als haar vader na
het eerste keelgeschraap toespreken
alsof ze op een paard zit:
Kijk niet om, voor je het weet zwiept
een takje tegen de grond.
Stemvorkjes
(vrij naar W.G. Sebald)
Er wordt beweerd dat Napoleon
kleurenblind was
& rood niet van groen
kon onderscheiden
Zeven j aar in het buitenland
& de honden blaffen
niet meer
Misschien dat ik op een dag
het zicht in mijn ogen
terugkrijg
Uiteindelijk legde hij zijn hoofd
op het kussen &
keerde zijn gezicht
naar het zuiden
Olifanten, zegt Plinius
kennen het verschil
tussen goed &
kwaad
& aanbidden
de sterren
& noemen in hun gebeden
de zon & de maan
Het was alsof ik
onder een lage hemel
lag &
ademde door het oog
van een naald