In dialoog:
 
– Wat zijn dat voor foto’s, papa, daar op uw tafel?
– Die hebben ze opgestuurd van Raster, een tijdschrift uit Holland.
– Ik dacht al.
– Wat dacht ge?
– Goh, niks! Maar ik zag wel dat het Hollandse foto’s waren.
– Ah zo, ziet ge dat eraan?
– Jazeker, dat ziet ge toch zo! Zeker die ene foto met dat landschap. En ook die foto van dat marktplein vol mensen.
– Ziet ge dat dan aan de mensen?
– Neen, aan de huizen. En bij die andere foto’s aan het landschap zelf.
– Dat landschap vind ik niet zo uitgesproken Hollands hoor! Ik weet bij ons ook zo’n plekken!
– Ik niet.
– En die foto van dat interieur?
– Dat weet ik zo niet. Dat zou ook hier kunnen zijn.
– En die twee overblijvende foto’s?
– Wat stond daar weer op?
– Kijk nog maar eens.
– Ah hier ja, die akelige man met zijn speciale bril op en dan ook nog die piano die achter een diascherm verstopt zit! Dat weet ik niet hoor wat ik daarvan moet denken!
– Ik ook zo direct niet.
 
In associaties en sentimenten:
 
foto's in schrift 5
 
Ik kijk en ik bots daar letterlijk van terug. Alsof ik met mijn neus tegen dat witte scherm aan loop. Piano ja, als je goed kijkt, La luna. Wat heb ik daar nu aan? Gij moogt niet meedoen. En dat ik onhandig ben vaak, wist ik al. We schampen af. Ik weet niet. Slecht gezind. Waar is de papiermand?
 
foto's in schrift 1
 
Esthetica. Mode. Hoewel, die montuur. Moholy Nagy, Grootstedelijk, Wim T. Schippers, Youp van ‘t Hek, Berlin Alexanderplatz (de film). Er wordt iets uitgehaald met vel en huid. De mensen moeten niet té dichtbij komen want dan krijgen ze vreemde contouren. De oogspleet. Die blik van: wie doet me wat? Dat harde waar ik niet (meer) van houd.
 
foto's in schrift 3
 
Toneel. Scenografie. Figuratie. Wat kennen ze allemaal goed hun plaats op de scène! Gevels als waarachtige decorstukken. Brabant? Een middeleeuws wagenspel. De Efteling.
Op mijn hoede want overal vermoed ik voorjaarssamenscholingen die naar carnaval ruiken. Ik krijg daar buikpijn van. Maar het gaat niet om mijn buikpijn. Het plaatselijke VVV heeft weer eens zijn duit in het zakje gedaan, zo merk ik aan de wegwijzering tegen de gevel van het gebouw vlak voor me. Dat ze die toch eens afschaffen over heel Nederland (en Vlaanderen), al die VVV’s! Als ik ook eens iets mag zeggen. Toch een interessante doorkijk tussen de decorpanelen naar het achterliggende plein. Badend in het winterlicht.
Er schiet struikgewas op uit het dak van het gebouw waar die mannen met hun regenjassen vlak voor hebben postgevat.
 
foto's in schrift 2
 
Gewonnen voor het perspectief. Waar de camera zich bevond toen deze kamer gefotografeerd werd, stel ik mij het (ontbrekende) televisietoestel voor. Van daaruit bij de mensen naar binnen kijken alsof er ook echt gekeken en aangekeken wordt. En daar, recht tegenover, op die zitbank met de vier kussens, stel ik mij dan ook echte, werkelijke mensen voor die avond aan avond zitten te kijken en te luisteren.
De getrouwde dochters trapsgewijs opgehangen tegen het behang. Reproductie van de ‘gezellige’, pijprokende opa. Is hij zowat de mannelijke tegenhanger van de alombekende zigeunerin? Ik denk het. Je komt hem vaker tegen in dit soort interieurs. Het houten kistje op de salontafel ken ik van mijn moeders’ interieur vroeger. India of Afrika, Arts and Crafts. Een verre non of missionaris. Verbeelding. Hoe langer ik naar binnen zit te kijken, hoe meer stemmen ik hoor klinken. De getrouwde dochters aan de muur die zo nog het een en het ander te melden hebben.
Ge breekt daar binnen uw benen. Ge kunt daar maar amper nog draaien of keren. De mizerie van de kamerplantjes.
 
foto's in schrift 4
 
Geometrie. Met het meetlatje ernaast, bij wijze van spreken.
– Twee royale delen hemel, spaarzaam bewolkt.
– Een deel bodem, akker, boomgaard in de steigers.
– Driekwart deel asfalt, landbouwweg.
– Een kwart bermgras.
En dan met zo’n slordig gesnoeide (elzen?)haag midden in het beeld. Landschap dat eraan gewend is geraakt alleen nog maar beeld te zijn dat voorbijschuift in het venster van de auto of van de treincoupé.
Landschap ook dat al lang niet meer betreedbaar of toegankelijk is. Of ja, voor wie met de tractor is. Of eigenaar.
Landschap dat op het eerste gezicht alleen nog maar bebouwbare oppervlakte is, vruchtgebruik, kavel, perceel, kadastraal inkomen.
Lege akker, leeg landschap dat nochtans volgeschreven is met EEG-voorschriften, productienormen, ruilverkaveling, landbouwprijzen, kwota. Het platteland is voor de koeien, zegt Hugo Claus.
 
In categorieën:
 
foto 1 (Lamoth): lyriek
foto 2 (Baart): epiek
foto 3 (Aarsman): dramatiek
foto 4 (Markerink): buiten categorie, denk ik. Landbouw?
foto 5 (Boekhout): didactiek
 
Inbraak:
 
Van de vijf mij toegestuurde foto’s zijn er op z’n minst twee (foto 2 en foto 4) waarmee een ‘inbraak’ wordt gepleegd op het beeldarchief dat ik in mijn geheugen bewaar. Het valt mij nu op dat ik sommige van die in mijn geheugen bewaarde ‘portretten’ ten onrechte als mijn particuliere bezit was gaan beschouwen.
foto 2: (Baart)
Dit is exact het soort interieur dat ik tijdens het schrijven van Wit is altijd schoon in gedachte had. Kitsch en authenticiteit klitten aan elkaar vast. Zoals hier woonde ook mijn moeder de laatste jaren van haar leven. Er ontbreekt alleen nog een kast. Ik zou daar zelf ook rap in doodgaan denk ik nu, in zo’n interieur.
foto 4: (Markerink)
Zoals ginderachter in een van de boerderijen heel ver op de horizon woonde ik als kind vroeger ook. En ook de vlakte waarin ik me dan op zondagmiddagen te pletter liep te vervelen, zag er vaak geen haar beter uit dan deze van de foto hier.
Twee van de vijf.
Da’s veel, vind ik.
Verontrustend veel.
Twee van de vijf.