Wat het schrijverschap in stand houdt en versterkt
- nieuwsgierigheid en geestdrift (die op de grens van hartstocht verkeert)
- tegelijk ook geduld en een hang naar precisie
- een open, nomadische geest (‘l’esprit nomade’)
- een diepe, niet zelden langdurige eenzaamheid kunnen verdragen zolang die een voedende kracht heeft.
- tot de rand van de uitputting durven gaan; dus opgaan in het werk van de verbeelding, in datgene wat je onderhanden hebt.
- een ongevoeligheid voor modieuze en populistische tendenties nastreven of practiseren.
- invloeden toelaten en verwelkomen, maar al het vuilnis van je afgooien; onwerkzame invloeden tot een minimum beperken; het probleem en de verleiding van ‘de media’ onder ogen zien.
- niettemin bij dit alles de wereld in het oog houden en volgen.
- een kritisch taalbewustzijn ontwikkelen; geen wollig, slap of troebel taalgebruik toelaten: troebele taal baart troebele gedachten.
- de taal, dus de cultuur, in standhouden, uitbreiden en – waar nodig – verdedigen.
- het werk organisch laten groeien door gevoel en verstand in evenwicht te brengen; sentimenten per definitie wantrouwen.
- spiegel je aan voorgangers en de traditie. Leer en bewonder, maar doe het zelf anders.
- bescherm uit zelfbehoud een plek in de geest waar niemand kan komen; laat je niet kisten door de slechterik-met-media-macht die maar al te graag je talent en de kwetsbare bron van je scheppingskracht publiekelijk bekladt.
- een stevige ruggegraat (zonder tussen-n) is onontbeerlijk om een leven lang mentaal overeind te blijven.
- voor de poëzie: wees je bewust van ritme, ruimte, klank en adem. Beperk je tot compacte en geladen zinnen, beelden, taalfiguren.
- voor het proza: een brede ‘symfonische’ beweging, minder compact maar eveneens uitwaaierend en geladen met betekenis. Geen oeverloze uitge-breedheid.
- heb oog voor nuances en oor voor de klank. Oefen de tong voor de smaak van de woorden.
- begin en begin steeds opnieuw. Het geschrevene is je beloning.
*In plaats van ‘Gij zult niet…’ – men denke bij voorbeeld aan ‘A Few Don’ts’ van Pound – leek het wenselijk par contraste een handvol opmerkingen ter aanmoediging te maken. Deze oude notitie grenst aan een beginselverklaring; ze past in een tijdschrift dat ooit met een standpuntbepaling begon