Enkele teksten van leerlingen

Bijgaande teksten werden geschreven door leerlingen van de Open Schoolgemeenschap Bijlmer. Als variant op de tekst ‘Notaties’ die Raymond Queneau’s boek Stijloefeningen inluidt, schreef Simone van Leeuwen een ‘Friese Doorloper’ en ‘Een doorloper, maar dan geen Friese…’ zo de houten schaats en het kruiswoordraadsel met elkaar combinerend.

 

Trochrinner

Under it spitsoere siet ik yn de tram kaam rinkeljend foarút troch de strjitten wienen wiet en leinen fol mei hjerstblêden waaiden op troch de wyn kroande om de wenten wienen âld en jong wienen in protte minsken yn line 16 stie in bespotlik jongkeardel hie in nuver filthuodsje en in nekke sa tin en lang wie de tram dy’t ús ferfierde de kant op fan it einpunt fan line 16 wie de punkeftige jonge dy’t beskuldige waard fan mei opsetsin triuwe troch de keardel mei de lange hals oer de kop fleach dizze man nei in frijkommen plak makke ik yn ‘e tram troch út te stappen wjerklonken efter my op it Jan Willem Brouwersplein stie dyselde keardel mei dat healwize huodsje te praten mei in oare man sei tsjin him dat by in ekstra knoop oan syn jas sette litte moat.

 

Doorloper (maar dan geen Friese…)

Tijdens het spitsuur zat ik in de tram bewoog zich rinkelend door de straten waren nat en lagen vol herfstbladeren waaiden op door de wind kreunde om de woningen waren oud en jong waren de vele mensen in lijn 16 stond een belachelijke jongeman had een raar vilten hoedje en een nek zo dun en lang was de tram die ons vervoerde in de richting van het eindpunt van lijn 16 was de punkachtige jongen die beschuldigd werd van opzettelijk duwen door de man met de lange hals over kop snelde deze man naar een vrijgekomen plaats maakte ik in de tram door uit te stappen weerklonken achter mij op het Jan Willem Brouwersplein stond diezelfde kerel met dat maffe hoedje te praten met een andere man zei tegen hem dat hij een extra knoop moet laten bijzetten op zijn jas.

 

 

Saskia Doornkate, Marieke Ziedses des Plantes en Sandy de Roos speelden onderstaande tekst als opening van een cabaret van de zesde klas Havo/VWO. Als uitgangspunt diende een fragment uit ‘Festival’ van Kees van Kooten.

 

Bienvenue

(Band loopt met fragmenten Freek de Jonge, André van Duijn, Van Kooten en De Bie. Zaal is donker. Dan lichten aan. Marieke, Sandy en Saskia:)

And now, and jetz, et thans, eh maintenant, ladies and gentlemen, meine Damen and Herren, senoras et caballeros,
Wilkommen, bienvenu, bon giorno,
I bedoel welcome, leuk dat u er bent.
En graag, bitte, volontiers, gerne, prego, por favor,
Your applaus, votr’applaus, ihre Hände auf einander, klap maar eens even lekker in de handjes,
Nee, harder, ja,
Zo mag ik het horen, to hear,
Ecouter moi, want dit is het begin, because this is the beginning,
Within a moment, dans quelques instants, elk ogenblik, any moment after now, sogleich,
Start hier,
Esta noche, ce soir, heute abend,
l’Equipe de six-cee, die Mannschaft von Sechs-Cee, our sexy team, oeps,
I mean our six-cee-team,
Met hun programma, avec leur program, with the show under the shows,
Er staat geen komma verkeerd
no comma wrong, keine Komma falsch.
Der Kreis sitzt fertig, le cercle est ronde, round and round,
De kring zit klaar,
Dus spelen maar.
Oh nee,
Fait attention, wait a moment,
Bitte, Ladies en Gentlemen,
Hangen de jassen op de kapstok?
Kunnen we nu stil zijn? All together now!
Dan wordt dit het vertrek
van ons kringgesprek.

 

 

Robbert Dooijes en Roberto Vasquez Gonzales schreven met behulp van een columnm van Kees van Kooten in H.P. een sketch voor datzelfde cabaret.

 

Novecento

A: En hoe was ‘t?
B: Wat bedoel je, hoe was ‘t?
A: In de bioscoop, natuurlijk.
B: In de bioscoop? Wat weet jij daarvan?
A: Je was gisteren toch naar de film met een of andere vriendin van je. Dat zei je. Je zou met er naar Tuschinski gaan. Naar Novocenti of zo iets.
B: Novo wat? l’Innocente zul je bedoelen.
A: Nou ja, je bent dus wel met d’r uitgeweest. Was ‘t wat?
B: Hoezo was ‘t wat? Waar bemoei je je mee.
A: Doe niet zo snel aangebrand. Ik bedoel die Lino Ventura film, of wat zei je?
B: Lino Ventura? l’Innocente zul je bedoelen en die is toevallig niet van Lino Ventura maar van Luchino Visconti als je het helemaal precies weten wil.
A: O, ik dacht dat ik gelezen had dat het een film van Bertolucci was. Of nee, nu weet ik het weer. Dat was Novecento, daar heb ik een recensie over gelezen.
B: O, Novecento? Die heb ik ook gezien met Leonie.
A: Is die van Serge Leoni, zeg je?
B: Nee man, doe me een lol en laat je oren eens een keertje uitspuiten, studje. Ik zei met Leonie. Mijn vriendin, begrijp je.
[p. 188]
A: En, wat vond je ervan.
B: Van Novecento, van Bertolucci? Je weet dat dat Novecento Italiaans is voor negentienhonderd?
A: Dat zou ik met mijn Spaanse achtergrond niet weten.
B: Nou, had toch gekund. Beregoeie film. Zou ik zeker naar toe gaan als ik jou was.
A: Ja? Waar speelt-ie eigenlijk?
B: In Italië dus, rond negentienhonderd, slimmerik.
A: Nee, dat bedoel ik niet. Ik bedoel in welke bioscoop.
B: Oh, daar moet je even mee uitkijken want er zijn twee delen van. Novecento 1 en Novencento 2 en als ik mij niet vergis draait Novecento 1 in Tuschinski 2 en Novecento 2 in Tuschinski 1. Maar dat kan inmiddels gewijzigd zijn want ik was er de vorige week. En die Visconti draait in drie. Nou, nu weet je dus alles.
A: Goed dan begin ik maar eens met Tuschinski 1.
B: Nou dat moet je zelf weten. Maar als je Novecento in de goeie volgorde wil zien, moet je wel eerst naar Tuschinski 2.
A: Ja, ja, ik heb ‘m nu. Dus net andersom eigenlijk?
B: Ah! Eindelijk wordt meneer wakker. Inderdaad een draait in twee en twee draait in een. Simple comme bonjour. Niks geen hogere wiskunde. Gewoon even de Uitkrant bestuderen en je bent er zo uit. Ik ga morgen trouwens naar De Volgende.
A: Is er dan ook nog een deel drie? Dat wist ik niet.
B: Nee, dombo, dat is de nieuwe show van Freek de Jonge.
A: Weer met Leonie?
B: Ja, Serge Leoni, weer met Leonie.

 

 

Dit schooljaar gaf ik in de serie Getikte Teksten een aantal lessen over Barbarber- en Oulipo-teksten, gecombineerd met fragmenten uit de Opperlandse taal- en letterkunde van Battus. (‘Opperlands is Nederlands met vakantie. Opperlands is Nederlands zonder het akelige nut dat aan die taal nu eenmaal kleeft.’). Daarin experimenteerde ik onder andere met de volgende opdracht:

Schrijf een tekst met als titel ‘Aanslag op u opgehelderd’ en wel zo dat
– de inleiding een a-, o- of e- lipogram is,
– in de rest van de tekst een taalspel wordt gespeeld met een aantal homoniemen en/of synoniemen,
– met palindromen wordt gewerkt,
– je eigen naam in anagram-vorm wordt verwerkt.

Hieronder volgen twee resultaten. Het ene is van Hannak van der Sande (vijfde jaar Havo), het andere van Karin van der Wansem (vijfde jaar VWO).

 

Aanslag op u opgehelderd

Deze week werden er weer ettelijke keren mensen geveld met messen die een onbekende herkomst hebben. Wederom telkens in enge stegen, ver weg gelegen herbergen, zeer slecht onderhouden perken en bermen. Gezien de ernst dezer incidenten heeft de met speurzin werkende politie een heel netwerk rechercheurs ingezet ter bestrijding der delicten en ter bescherming der bevreesde of reeds verweesde burgers. Veel licht is er echter nog niet in deze mysterieuze messenstekerij gekomen. De politie zit misschien wel over hechtenissen te dromen, edoch, de messentrekkers bleven tot nu toe ongekend onbekend.

Toch is er wel enig licht in deze geheimzinnige kwestie, al zal het de politie niet licht vallen de bandiet of bende bandieten te ontmaskeren. Er is namelijk een opmerkelijke vondst gedaan. Vanochtend zijn, bij nevel en door een agent die vroeg uit de veren was, veren gevonden naast een slachtoffer dat nog bevend in leven werd aangetroffen. Deze veren worden verwerkt in de costumes van Balinesische dansers en danseressen. En daar ligt de hint.

Hoewel de politie nog niet alle gegevens verwerkt heeft, wordt er nu toch wel vanuit gegaan dat hier een spoor van de waarschijnlijke misdadigers is gevonden. Namen van hen zijn nog niet bekend, laat staan vrijgegeven, wel is duidelijk dat ze op zijn minst een part van de trap van Carré namen want daar is een spoor van bloeddruppels aangetroffen. Mogelijk heeft een van de misdadigers zich zelfs na gedane zaken als een leip in een keer langs een zinken pijp naar beneden laten zinken. Bij navraag bleek de Balinesische groep gespecialiseerd in de handveerdans, een handdans waarbij de dansveer op en neer veert en danst totdat ze plots in stilstand wordt gezet alsof ze rechtovereind in een luchtledige glazen stolp staat.

Commissaris Taats staat bekend als iemand die naar bevind van zaken kan handelen. Hij gaat de ware misdadigers temidden van deze groep missen en misters zoeken.

 

Aanslag op u opgehelderd

Om het seizoen reis ik richting Stockholm om er een congres bij te wonen van De Vereniging Die Strijdt Voor ‘t Behoud Der Korhoenders. Deze bijeenkomsten worden gewoonlijk gehouden in het Stockholmse gemeentehuis. Een tijd geleden moesten we echter om onduidelijke redenen in een luxe 5-sterren hotel verblijven.

We waren nog maar net aangekomen of iedereen kon zich gaan opfrissen. Om half één zou de lunch geserveerd worden in de eetzaal. Ik was juist mijn nette pakken aan het uitpakken toen er geklopt werd. Er stond een misschien wel aardige maar ook eigenaardige vent in de deuropening. ‘Bent u de eigenaar of de venter,’ vroeg ik gevat. Maar hij vatte mij bij de kraag en riep: ‘Jij weet wel wie ik ben, houd je verdomme niet van de domme.’
Ik had geen flauw idee. Toen mij toch iets te binnen wilde schieten, was het te laat. Hij liep al mijn kamer binnen en begon te schieten. Op het plafond weliswaar en met een tandboormachine, maar ik viel wel meteen van angst en schrik flauw.

Terwijl ik weer bijkwam, kwam hij bij mij staan. Ik vroeg hem kreunend: ‘Wat was dat voor een boodschap?’ Hij bood schappelijk zijn excuses aan en zei dat hij stom genoeg de verkeerde deur had gekozen. Ik wees hem de deur en had nu ook geen behoefte meer aan een lunch. Eerst moest ik maar eens een behoefte gaan doen. Ik liep de gang in en zoekend naar een closetpot kwam ik langs een deur met het bordje ‘closed’. Potdicht dus.

Achter die deur was het ontzettend lawaaierig. Ik keek door het sleutelgat en zag zo’n 150 tandartsen rondom een spreker. Sprekend de man van daarstraks. Ze hadden allemaal een bordje met een hamburger voor zich. Dat klopte. ‘Comité van Hamburgse tandartsen,’ las ik op een ander bordje verderop. Er was blijkbaar iets vreemds aan de hand. Ik spitste mijn oren: ‘Beste collegae. Dit is geen college maar een noodbijeenkomst. Dus onthoud zo goed mogelijk wat ik ga zeggen en onthoud u van gekakel. Gaat allen zitten, we zitten met een probleem. Barones Rosenbaum is namelijk beroofd door een overvaller in overall en gedood met een tandartsenboor. Haar lijk ligt opgebaard in de garderobe.’

Onmiddellijk ging er een lichtje bij me branden. Ik beukte op de deur, werd binnengelaten en stormde de zaal in. Het liep storm om me heen en buiten begon het nu ook te stormen. ‘Oh nee, dàt kreng!’, gilde de spreker van het gilde tandartsen. Met één sprong was ik op het podium en riep: ‘Ik vertel jullie alles! Hij daar is de dader!’ Iedereen stortte zich op de bedrieger en begon hem te slaan. Dat sloeg natuurlijk ook weer nergens op. Tenslotte kwam de politie.

Toen die weg was, ben ik nog door een delegatie tandartsen bezocht. Ze kwamen me, blijkbaar als blijk van dank, een suikervrije mars brengen. Dat bracht weer een mars van kinderen aan mijn deur. Ik sneed het stuk in stukken en begon de bedelende kinderen te bedelen. Mijn avontuur eindigde in het avonduur, toen een collega mij de notulen kwam brengen van mijn eigen korhoender-vergadering. Ik vertelde hem van mijn droommoord en ging eerst per racecar en daarna in een kayak op weg naar mijn droomoord: Amsterdam.