OVER VROEGER

Toen jij nog niet geboren was, m’n schat
stond waar jouw bed nu staat
een paard
en waar die trap nu gaat
een boom
de kippen sliepen in de boekenkast
het ezeltje op de wc
en de sloot ging onder tafel door
naar buiten

Ga maar weer slapen, lieveling
en droom gerust
van de klimop
de trap af
en van de maan
die op het raam plakt
als een pannekoek

Maar kijk
er zijn geen wolven
in de klerenkast
en zie je wel?
er zit geen panter
in de hoek
dat is je broek, fantast

IK

Ga ik voor de spiegel staan
dan vind ik mij soms raar

Begin ik bij m’n kop
en stop ik bij m’n voeten
zijn m’n benen broers
armen zussen

Is mijn buik de voorkant
van mijn rug

Wat is het lekkerste aan mij
als bijvoorbeeld kannibalen…
billen
of het knijpstuk in m’n zij

Is Neus de baas van dit gezicht

Of ik?