Voor deze jaargang van Raster, driemaandelijks tijdschrift-in-boekvorm, besloot de redactie het accent weer meer op het boek te leggen. Dat is gebeurd in aflevering 113, waarin Bernlef werk van de Amerikaanse dichteressen Marianne Moore en Elizabeth Bishop presenteerde-, Raster 114 werd een reader met artikelen van en over de Italiaanse essayist en uitgever Roberto Calasso, een schrijvende lezer.

Voor dit nummer, Raster 115, hebben we een gastredactie gevraagd. De redactie wilde wel eens weten hoe Raster eruit zou zien als een aflevering naar inzichten en voorkeuren van buitenstaanders zou worden samengesteld: een aflevering met een apart thema, voor een deel andere of nieuwe namen, andere geluiden, een andere toon, andere gezichtspunten. Nu zijn Janna en Richtje Reinsma maar ten dele buitenstaanders: ze zijn niet alleen geregelde en kritische lezers van Raster, ook hebben beiden al eerder in Raster gepubliceerd. Richtje leverde beeldende bijdragen aan het Bestiarium (Raster 87, 1999) en Nuttige gedichten (Raster92, 2000), en schreef over de Kolymaverhalen van Varlam Sjalamov in Flessenpost (Raster 110, 2005). Janna publiceerde een verhaal in Kinderliteratuur (Raster 56, 1991).

Het nummer dat hier volgt is op en top een tijdschriftnummer, met bijdragen van ruim veertig auteurs. Omdat het vanuit een thema is opgezet en de medewerkers binnen een welomschreven plan – zie de inleiding hierna – zijn uitgenodigd is het tevens een volwaardig boek. Een ongewoon gewoon of gewoon ongewoon Rasternummer. De gastredactie heeft alle vrijheid gekregen in de keuze van onderwerp en medewerkers, en was ook vrij in de vormgeving (op de rug na: het gezicht van Raster), waarvoor zij de medewerking vroeg van Coralie Vogelaar.