Ook los van het thema van de komende Boekenweek was de redactie al van zins weer eens aandacht te besteden aan de Franse letteren – en wellicht ook enigszins aan de Franse geest. Het lag voor de hand dat het daarbij niet om de hoofdstroom van de Franse literatuur zou gaan, maar om de meer avontuurlijke marge, waarin zich bijvoorbeeld de schrijvers van Oulipo en hun verwanten bevinden, maar ook curieuze voorgangers en nazaten. Daar zochten we naar teksten die ons en de lezer zouden kunnen verrassen – uiteraard ook van auteurs die al eerder in Raster verschenen.

Over de Franse geest wilden we bijvoorbeeld wel weten, hoe geldig de ‘Mythologieën’ van Roland Barthes nog zouden zijn, en of er interessante nieuwe poëzie wordt geschreven die niet of moeilijk tot Nederland doordringt.

Dit alles leverde een nummer op waarin Thijs Berman, jarenlang journalist in Frankrijk, de Mythologies op hun werkelijkheidsgehalte toetst; waarin de dichter Erik Lindner, die vijf jaar lang ontmoetingen tussen Nederlandse en Franse dichters organiseerde, in een Brief uit Marseille verslag doet van zijn ervaringen met Franse dichters en hun gedichten; waarin Pieter de Meijer de betekenis van Oulipo, en vooral Queneau en Perec, onderzoekt voor de Parijse ‘kluizenaar’ Italo Calvino. Daarbij past een gelegenheidsgedicht van Georges Perec voor het trouwfeest van Jacques Roubaud en enkele gedichten van Roubaud.

Jacq Vogelaar stelt de eigenaardige solist Pierre Albert Birot voor, met vertalingen van enkele avonturen van diens onstuitbare held Grabinoulor. Nicolaas Matsier introduceert Henri-Frédéric Amiel, met vertaalde fragmenten uit diens ‘omvangrijkste dagboek ter wereld’.

Verder vertaalden: Walter van der Star ‘filosofische sprookjes’ van Albert Lhermite; Piet Meeuse Korte teksten van Francis Ponge; Martin de Haan zeven gedichten van Raymond Queneau en weer een hoofdstuk uit Diderots Jacques le fataliste en Rokus Hofstede ‘God’ van Pascal Quignard.

Er is een typisch Franse traditie van denkers die zowel in de filosofie en de wetenschappen als in de kunsten en de literatuur thuis zijn, en die zich ook nog eens van diverse genres bedienen. Bachelard, Barthes en Foucault zijn bekende namen, een geestverwant is de filosoof Michel Serres, wiens werk hier gepresenteerd wordt met enkele fragmenten.

Buiten het Franse thema vervolgt Anneke Brassinga haar Leeskroniek, vertaalde Sylvia Marijnissen gedichten van de Taiwanese dichteres Hsia Yü en publiceren wij een verzameling uit op verzoek van Raster geschreven of vertaalde gedichten over eten.