Hoe hongert spruitloos het gefazanteerde

en te doorregen met zwaard en deegwaar brein:
 

de moeheid in een broodje

verkruimelt van het roeien langs geweldige lendenen
 

die drijven, ieder blauw gebeukt door branding

en toch boterzacht gesmoord. Te weinig jus? Altijd
 

stemgember! De dag staat

als een bavarois paraat – voor wie ik liefheb
 

wil ik eten. Voor de gehaten ga ik

de teil met bloedmoer van geslachte kazen in.