1

Iemand kan de avond goed beschrijven
maar het eten zagen wij niet voor ons
hoezeer ik ook mijn best deed.

Soms hangt het licht nog even boven tafel
als het al uit is.

Een onderwerp dat ik graag had willen schilderen.

Zulke contouren
waarin woorden het van eten overnemen
en onze handen misgrijpen, de mijne
druk gesticulerend alsof ook dat met room en dille
eetbaar wordt.

Een enkeling blijft zitten
om eens goed te lachen
of bitter te wenen
boven het alfabet.

Wat we moesten versnijden
begrijpen de disgenoten
is een andere oorlog die ons ‘s nachts bevangt
als we dit huis gemarineerd verlaten
half glimlach, half afwezigheid.

Ook de handen van de tot eten gedrevene
vergeten soms de vorm
die brood met bloedworst is

en de handen van degenen
die zich niet kunnen bedwingen.

 

2

In de lange winters van Horendonk past een oud gebruik:
om in het vuur een tweede kans te bedelen
om hutspot veilig ter tafel te brengen
wacht men op een onverwacht woord.
Een woord en alles voegt zich bij de rook
waarin ik naar de pan staar
en de wirwar van dwarrelende kranten, schemer, sneeuw
de andere kant van alles
kan worden teruggebracht tot een idee van uien, wortelen en spek
rondom op alle stralende gezichten.
Eten zou het heten, vlees en groente bedacht
om van te leven, om goed af te lopen.

Toch bracht de dag veel verbeteringen.
Het eten was verbrand maar de gasten
gaven mijn schaduw een hand en vertelden
hoe ze nooit iets in de steek gelaten –
Zo begonnen jij en ik aan het oponthoud, de details
nodig om een oud gebruik
in onze geschiedenis te maken
en nog stem te houden in dit bont en blauwe
doorgevraagde
verbeten
van het kauwen verloste
avondmaal.

 

3

Jij was er niet, toen ik at.
Toen ik at was er licht in de lamp
waren er woorden op tv
trof een foto in de krant.

H. die jou niets zegt kwam mij
de dag nadien conclusies brengen
of waren het vragen?

Nog moest er in de koelkast en
tussen de gedroogde kruiden, in de potten
rijst en pasta, diep in de venkel of het lof
iets zijn van wat we aten, hoe we aten.

Ook later die dag bij het bier
en met H. in een slenterend betoog
een vleugje peper en vanille
jouw mond die een smaak zoekt
nog onvolledig, wat we elkaar zeiden
een schaduw, het negatief ervan
maar we konden het nergens ontdekken.