Voor dhr. Wheaton Galentine & dhr. Harold Leeds

O, waarom moest een kip
overreden worden
in West 4th Street
hartje zomer?

Ze was een witte kip
– nu rood en wit, dat spreekt.
Hoe kwam ze daar?
Waar ging ze heen?

Haar vleugelveren plat,
plat in het asfalt uitgewalst,
besmeurd en dun
als vloeipapier.

Een duif, ja,
of een mus,
zou zoiets kunnen overkomen,
maar niet deze arme hen.

Net ben ik teruggegaan
om nogmaals te kijken.
Ik had het niet gedroomd:
daar ligt een kip

veranderd in een ouderwets
plattelandsgezegde
neergekrabbeld in krijt
(op de snavel na).