Michail Bachtin werd op 17 november 1895 in Orël geboren. Hij studeerde in Odessa en in Leningrad waar hij in 1918 zijn universitaire studie afsloot. Hij vervulde functies in het onderwijs, eerst in Nevel daarna in Vitebsk, waar hij vriendschap sloot met o.a. Medvedev en Volosinov en waar zo de ‘kring van Bachtin’ ontstond. In Vitebsk trouwt hij met Helena Aleksandrovna Okolovic en in Vitebsk ook openbaart zich de ziekte (osteomyelitis) die hem zal blijven kwellen en die in 1938 leidt tot de amputatie van een been. In 1924 verhuist Bachtin naar Leningrad, waar ook Medvedev en Volosinov dan verblijven en waar de ‘kring’ voortbestaat. In 1929, kort na de publicatie van zijn boek over Dostojevskij, wordt hij verbannen naar Kustanaj, volgens de italiaanse slavist Strada vanwege zijn activiteit in een religieus-filosofische kring. Vanaf 1936 mag hij weer wat dichter in de buurt van Moskou zijn onderwijs geven: eerst in Komry en later in Saransk. In 1946 promoveert hij aan de universiteit van Moskou op een studie over Rabelais. Als het pedagogisch instituut in Saransk in 1957 een universiteit wordt, krijgt Bachtin de leerstoel voor russische en buitenlandse letterkunde, die hij tot 1969 bezet. Hij overlijdt in Moskou op 8 maart 1975.