Op een begrafenis
ontmoette ik voor de tweede keer
van mijn leven oom Sune.
Hij had een schitterend markant hoofd,
een van die hoofden
die je graag in de hand zou willen
houden en bedachtzaam ronddraaien,
zelfs als schoongespoelde schedel.
Wat doe je tegenwoordig, vroeg mijn oom.
En ik, gevangen in het midden van een regenachtige zomer:
Een steenkist bouwen aan het strand van Hörendesjö.
(Wat die dag de zuivere waarheid was
ik werkte er zelfs al een paar weken aan
om zo aan iets anders te ontsnappen.)
Mijn oom, met zijn markante kop,
keek met hernieuwde belangstelling op.
Eigenlijk niet meer dan
een oud keuterboertje uit Småland:
‘Een steenkist maken. Da’s zwaar.’
Later besefte ik dat die wetenschap ongebruikelijk was.
De meeste mensen zijn volstrekt onkundig
waar het steenkisten betreft.
Zij denken dat je het over sarcofagen hebt,
enorme stenen kisten, op keurige sokkels
in oude, vermoeide kathedralen,
bewaarplaatsen voor niet langer actuele
machthebbers of krankzinnige prinsen
die wij hier geenszins van node hebben.
Nordiskfamiljebok, tweede druk,
verschaft natuurlijk zoals altijd opheldering.
Een steenkist bestaat uit een van stevige planken
in elkaar gezette bak die naar de plek in zoet water
gesleept wordt waar men hem hebben wil.
Een kade. Een brug. Hout rot niet onder water.
Zo laat men hem dan met zware stenen zinken
en verkrijgt de houvast die men zocht.
In een wrede, veranderlijke wereld.
Veel oude kades en bruggen in Zweden,
vertelt het wijze boek uit het jaar 1904,
rusten nog steeds op een dergelijke ondergrond.
Ik ben nog bezig de mijne te vullen
met allerlei zware stenen.
Toen ik heel jong was
was ik eigenlijk nergens aanwezig.
Nu, met al die zware stenen aan boord,
en met ieder jaar meer dode vrienden,
dode familieleden, dode verwachtingen,
om niet te spreken van de grote brokken onvoltooidheid,
die binnenkort boven de oppervlakte uit zullen steken,
ligt alles rotsvast.
{Een steenkist maken. Da’s zwaar.)
Maar deze kist en ik
zijn niet helemaal identiek.
Ik legde hem daar waar hij ligt
met, zoals dat heet,
‘het oogmerk ontdekking te ontlopen’