Ik kwam toen en toen ter wereld, werd daar en daar grootgebracht, ging braaf naar school, ben dat en dat en heet zo en zo en denk niet veel. Van geslachtswege ben ik een man, van staatswege ben ik een brave burger en rangshalve behoor ik tot de betere kringen. Ik ben een fatsoenlijk,rustig, aardig lid van de menselijke samenleving, een zogenaamde brave burger, drink graag maar met mate mijn glas bier en denk niet veel. Het ligt voor de hand dat ik bij voorkeur goed eet, en evenzeer ligt het voor de hand dat er geen ideeën bij mij opkomen. Scherpzinnige gedachten komen niet bij mij op; ideeën komen helemaal niet bij mij op, en daarom ben ik een brave burger, want een brave burger denkt niet veel. Een brave burger eet zijn bord leeg en daarmee basta!
Mijn hersens pijnig ik niet al te zeer, dat laat ik aan anderen over. Wie zijn hersens pijnigt, maakt zich gehaat; wie veel denkt, gaat door voor een ongezellig mens. Al Julius Caesar wees met zijn dikke vinger naar de magere hologige Cassius, voor wie hij bang was, omdat hij ideeën bij hem vermoedde. Een brave burger mag geen angst en verdenking wekken; veel denken is niet aan hem besteed. Wie veel denkt, maakt zich onbemind, en het is volledig overbodig om je onbemind te maken. Snurken en slapen is beter dan dichten en denken. Ik kwam toen en toen ter wereld, ging daar en daar op school, las af en toe die en die krant, oefen dit en dit beroep uit, ben zo en zo oud, schijn een brave burger te zijn en schijn graag goed te eten. Mijn hersens pijnig ik niet al te zeer, aangezien ik dat aan andere mensen overlaat. Veel hoofdbrekens is er bij mij niet bij, want wie veel denkt, krijgt pijn in z’n hoofd en hoofdpijn is volkomen overbodig. Slapen en snurken is beter dan het hoofd breken, en een glas bier met mate is heel wat beter dan dichten en denken. Ideeën komen helemaal niet bij mij op en mijn hoofd wil ik onder geen beding breken, dat laat ik over aan de leidende staatslieden. In plaats daarvan ben ik immers een brave burger, opdat ik rust heb, opdat ik mijn hersens niet hoef te pijnigen, opdat ideeën in het geheel niet bij mij opkomen en opdat ik mag terugschrikken voor te veel denken. Voor scherpzinnige gedachten ben ik bang. Wanneer ik hard nadenk wordt het mij helemaal blauw en groen voor ogen. Ik drink liever een goed glas bier en laat alle scherpzinnige gedachten aan leidende staatsleiders over. Staatslieden kunnen voor mijn part zo hard nadenken als ze maar willen, en zo lang tot hun hoofden breken. Mij wordt het altijd helemaal blauw en groen voor ogen wanneer ik mijn hersens pijnig, en dat is niet goed, en daarom pijnig ik mijn hersens zo min mogelijk en blijf mooi hoofdeloos en gedachtenloos. Wanneer alleen maar leidende staatslieden denken tot het hun groen en blauw voor ogen wordt en tot hun hoofd uit elkaar spat, dan is alles in orde, en mensen als wij kunnen rustig en met mate ons glas bier drinken, bij voorkeur goed eten en ‘s nachts zacht slapen en snurken, in de veronderstelling dat snurken en slapen beter zijn dan hoofdbrekens en beter dan dichten en denken. Wie z’n hersens pijnigt, maakt zich alleen maar gehaat, en wie van bedoelingen en meningen blijk geeft, gaat door voor een ongezellig mens, maar een goede burger moet geen ongezellig, maar een gezellig mens zijn. Ik laat met een gerust hart hard en hoofdbrekend nadenken aan leidende staatslieden over, want mensen als wij zijn immers toch alleen maar degelijke en onbeduidende leden van de menselijke samenleving en zogenaamde brave burgers of kleinburgers, die graag en met mate hun glas bier drinken en graag hun liefst goed lekker vet eten tot zich nemen en daarmee basta!
Staatslieden horen te denken tot ze bekennen dat het hun groen en blauw voor ogen is en dat ze hoofdpijn hebben. Een brave burger hoort nooit hoofdpijn te hebben, integendeel hem hoort te allen tijde zijn goed glas met mate te smaken, en hoort ‘s nachts zacht te snurken en te slapen. Ik heet zo en zo, kwam toen en toen ter wereld, werd daar en daar keurig en zoals het hoort naar school gejaagd, lees af en toe die en die krant, ben van beroep dit en dit, tel zo en zoveel jaren en onthoud me van veel en ingespannen nadenken, omdat ik hoofdinspanningen en hoofdbrekens met genoegen aan leidende en sturende hoofden overlaat die zich verantwoordelijk voelen. Mensen als wij voelen achteraf noch vooraf verantwoordelijkheid, want mensen als wij drinken met mate ons glas bier en denken niet veel, maar laten dit zeer eigenaardige genoegen over aan hoofden die de verantwoordelijkheid dragen. Ik ging daar en daar op school, waar ik gedwongen werd mijn hersenen te pijnigen, die ik sindsdien nooit meer opnieuw enigszins gepijnigd en belast heb. Geboren ben ik toen en toen, draag die en die naam, heb geen verantwoordelijkheid en ben geenszins enig in mijn soort. Gelukkig zijn er heel veel die zich net als ik hun glas bier met mate laten smaken, die even weinig nadenken en er even weinig van houden zich het hoofd te breken als ik, die dat liever aan andere mensen, bij voorbeeld staatslieden, met plezier overlaten. Diepzinnige gedachten komen bij mij stil lid van de menselijke samenleving in het geheel niet op en gelukkig niet alleen bij mij, maar legioenen van dezulken die net als ik bij voorkeur goed eten en niet veel denken, zo en zoveel jaar oud zijn, daar en daar grootgebracht zijn, fatsoenlijke leden van de menselijke samenleving zoals ik, en brave burgers zoals ik, en bij wie scherpzinnige gedachten net zo weinig opkomen als bij mij en daarmee basta!
(1917)