Urenlang kon Jakob Creutzfeldt in de keuken staan. Kookboeken bezat hij niet, maar hij hield er des te meer van recepten te bedenken en uit te proberen. Dat leverde op zijn minst gerechten op die uniek waren, omdat achteraf niet meer te achterhalen viel welke ingrediënten er precies in verwerkt waren. Laat staan in welke hoeveelheden.
Vroeger had Jakob Creutzfeldt ook nog voor een vrouw gekookt, maar het snel en zwijgend verorberen aan de huwelijkse eettafel had eerder afbreuk gedaan aan het plezier van zijn langdurige voorbereidingen dan dat het er de bekroning van vormde. Nu hij op zichzelf woonde waren zijn etensgenoegens weer onbelemmerd gefixeerd geraakt op het koken zelf, het ruiken, het voorproeven. Het nuttigen van de maaltijd liet hem meestal koud.
Op zichzelf aangewezen als hij was, werden over de jaren zijn zelfbedachte recepten steeds merkwaardiger. Hij verwerkte er niet alleen groente, vlees, rijst en kruiden in, maar voegde nu en dan ook wat regenwater toe, een paar snippers krantenpapier of afgeknipte teennagels die hij zorgvuldig fijnmaalde. Af en toe roerend, blazend en proevend – zonder de minste blik op de klok – was hij gespitst op het bereiken van een nieuwe smaaksensatie, van een persoonlijke bevrediging die het enkele eten hem allang niet meer kon geven.
Op een middag dat Jakob Creutzfeldt al geruime tijd met een nieuw braadsel bezig was geweest, hield hij in de pan onverwacht wat vocht over dat uit het vlees was achtergebleven. Aangezien hij dat restje niet nodig had, zette hij het weg, waarna het vanzelf afkoelde. Een klein uur later begon hij met het opruimen van de keuken en zag dat het vloeibare sausje merkwaardig genoeg niet hard geworden was. Het had een opmerkelijke goudwitte glans gekregen.
Uit nieuwsgierigheid proefde hij er een lepel van en hij stond als aan de grond genageld. Dit was perfect. Het goedje had een ongelooflijke smaak. Het was niet zoet of zuur, bitter of zout, het had iets veel universelers. Hij probeerde een hapje op brood, in de yoghurt, met een blaadje sla, op een cracker en constateerde tot zijn verrukking dat het overal als een soort aanvullende, afrondende heerlijkheid bij paste.
De mensen van United Food Industries keken eerst wel op van de man met een plastic doosje in de hand die absoluut de directeur zelf wilde spreken. Maar toen het door Jakob Creutzfeldt uitgevonden goedje na maandenlang onderzoek eenmaal precies was nagemaakt en in produktie was genomen, besefte iedereen in het bedrijf dat er een gouden toekomst voor dit produkt in het vooruitzicht lag. Met gewiekst commercieel gevoel noemden zij het in alle eenvoud: Smaak.
Het succes trad ogenblikkelijk in. Huisvrouwen, restauranthouders, frisdrankfabrikanten, hotelchefs, iedereen gebruikte en serveerde Smaak met graagte. Eerst kreeg je het bij sommige produkten er op verzoek bij of zat het in de verpakking los bijgesloten, na een, tijdje was de goudwitte substantie ongevraagd overal al in verwerkt, in blikken soep, in pakken koek, in flessen drank. Zo algemeen was de voldoening over die ondefinieerbare maar perfecte smaakschakering, dat niemand meer iets zonder het zo vertrouwde Smaak wenste te eten of te drinken. Vanaf dat moment hoefde je er nooit meer om te vragen.
United Food Industries was een allesoverheersend bedrijf geworden en de beroemde Jakob Creutzfeldt woonde teruggetrokken in een villa op een uitgestrekt terrein. Hij genoot, zonder verder iets te hoeven doen, van zijn percentage over de verkopen van zijn vinding.
Maar er was één iemand die grote bezwaren had tegen het alomtegenwoordige Smaak, en dat was Jakobs voormalige vrouw. Vanaf het eerste ogenblik dat zij het verhaal over deze nieuwigheid had gelezen en een hapje ervan had geproefd, wist zij dat het een weerzinwekkend recept was. Door middel van ingezonden brieven en dreiging met onthullingen over haar ex-man probeerde zij een einde aan het succes van het produkt te maken, maar niemand luisterde naar haar. Aardbeien smaken niet meer als aardbeien, pudding niet meer als pudding, kaas niet meer als kaas, zo voerde zij campagne, het enige dat je nog proeft is de toegevoegde Smaak, maar aan haar protesten werd geen aandacht besteed.
Uit woede besloot de vrouw wraak te nemen op Jakob Creutzfeldt en, onder valse voorwendsels binnengedrongen in zijn afgelegen villa, schoot zij hem van dichtbij met een pistool meerdere malen door zijn hoofd. Bevreesd voor ontdekking van haar misdaad en in de wens haar wraak op ultieme wijze te voltooien, hakte zij het dode lichaam van haar man in stukken en sleepte de resten naar de enorme keuken in het huis. Ze kieperde de brokken vlees in grote pannen en stak de fornuizen aan.
Wekenlang kwam de ex-vrouw van wijlen Jakob Creutzfeldt iedere dag naar het huis om daar de maaltijd te gebruiken. Wie haar door het verderop gelegen dorp zag komen aanlopen, meende dat de vrouw zich met haar eenzame echtgenoot had verzoend. En in zekere zin was dat ook zo, want uit pure nieuwsgierigheid had zij meteen de eerste keer een beetje Smaak aan haar lugubere maaltijd toegevoegd. Tot haar verrassing bleek dat helemaal geen slechte combinatie op te leveren. Integendeel, het smaakte uiterst aannemelijk en het leek alsof het goedje haar iets ondefinieerbaars teruggaf waar zij jaren naar op zoek was geweest. Van lieverlee raakte ze er zo op gesteld, dat zij – net als iedereen – nooit meer iets at of dronk dat niet met Smaak was bereid.