Trouw
doe het licht niet aan
donkere deuren lokken de heilige
mijn handen kennen de weg
als een oude sleutel
die ter hoogte van het hart
jouw levenslot ontsluit
buiten dwarrelt maart
bamboestengels wuiven
iemand zwemt onder grond onder water
de sneeuwstorm is voorbij
vlinders hergroeperen zich
ik volg jou, als een gelovige
jij volgt de dood
Het koper van de zomer
de zoon van een gerucht
zit op een spiraaltje van gevlochten bloemen:
hij luistert naar het koper van de zomer
soldaten keurig in de pas
komen aan langs een verroeste weg:
zij kijken naar het koper van de zomer
de diepe kerven van de bijl in de boom
glimlachen betoverend voor altijd en eeuwig:
zij eten van het koper van de zomer
Een ander verhaal
dode helden worden vergeten
ze zijn alleen, en
waren rond tusen de mensen
hun woede kan net een sigaret
in de hand van een man doen ontbranden
zelfs staande op een ladder
kunnen ze niets meer profeteren:
de weerhanen gaan geheel hun eigen gang
pas als ze zich neervlijen
aan de voet van hun holle standbeeld
kennen ze de inhoud van hun wanhoop
vaak duiken ze onverwacht op in de nacht
plotseling beschenen door een enkele lamp
maar moeilijk te herkennen
als een tegen matglas aangedrukt gezicht
en glippen door een smalle deur
van top tot teen onder het stof
baas over hun eenzame sleutel
Portret van een jonge dichter
de inspiratie die je uit je mouw schudt
kent geen grenzen, je
waart dag en nacht in lange zinnen en
stegen rond, je
was bij je geboorte al een oude man
maar de ambitie groeit nog door
langs de rand van je kale schedel
doe je kunstgebit uit, en je
lijkt nog meer een kind
als niemand kijkt schrijf je je naam
op de muren van het urinoir
voor je groeistoornissen moet je
elke dag hormoonpillen slikken
die je lieflijk doen klinken
als de krolse kat van de buren
negen keer achter elkaar nies je
op het papier, je
stoort je niet aan herhaling
o ja, geld geeft vuile handen
maar de mensen hebben het graag
de gillende sirene van de brandweer
herinnert je eraan de maan te prijzen
die haar verzekeringspremie betaald heeft
of de bijl te prijzen, die haar verzekeringsspremie
niet betaald heeft, die loodzwaar is
en meer gewicht in de schaal legt dan gedachten
het is stervenskoud, je bloed
wordt zwart, de nacht
is als een afgevroren grote teen
zo gevoelloos, je
trekkebeent
losjes langs de weg in en uit
op zoek naar die kerels met hun lauwerkrans
elke boom
heeft zijn eigen uil
bekenden zijn je een gruwel
die beginnen maar over vroeger
vroeger! ‘t mocht wat, toen waren jij en ik
en iedereen toch rotte vis
Echo
jij kunt deze kloof niet verlaten
opgenomen in de grafstoet
kun je niet als enige de kist afwerpen
vrede sluiten met de dood, en de herfst
verder thuis laten zitten
in zijn blikje naast de kachel
onvruchtbare knoppen dragend
de lawine is begonnen –
en de echo vindt de verbondenheid
tussen jou en de mensen: over-
leven, overleven tot morgen
en verbinding zoeken met een zonnestraal
van morgen, afkomstig uit
de in je borst verborgen edelsteen,
boosaardige edelsteen
jij kunt deze kloof niet verlaten, want
de ten grave gedragene ben jij
Verleiding
deze verleiding
sinds mensenheugenis
en hoeveel zeelieden zij het leven heeft doen laten
de dijk weerhoudt
hellend land naar de zeebodem te glijden
een dolfijn springt over de sterren
en valt terug; wit strand
verdwijnt in het weidse maanlicht
water overstroomt de dijk
overstroomt het lege plein
kwallen lopen vast op straatlantaarns
water beklimt de trappen
kolkt razend deur en ramen in
op jacht naar wie droomt van de zee
In tien jaar
op vergeten aarde verstrengelen zich
de jaren met de belletjes aan het paardejuk
en klinken de ganse nacht, de weg wankelt
en onder de zware last wordt het hijgen tot een lied
dat doorgezongen wordt tot in de verste verte
begeleid door spreuken stijgt het halssnoer van de vrouw
op in de nachtlucht, alsof een wens vervuld wordt
met lichtende wijzers slaat de klok wellustig in het wilde weg
de tijd is eerlijk als een ijzeren hek
behalve de wind, door de takken gesnoeid
niemand die er doorkomt, voor- of achteruit
bloemen die slechts bloeiden op papier
worden minnaressen van de waarheid, krijgen levenslang
maar de stukgeslagen lamp van gisteren
straalt in het hart van de blinde
totdat hij doodgeschoten wordt
met in zijn plots geopend oog
het laatste beeld van de moordenaar