In oude tijden liep mythiese oude man overal rond, terwijl hij openlijk op mensen jaagde en hen opat. Er was ook een vrouw die op zekere keer een ketel boven het vuur hing. Ze goot water in de ketel en deed er vis bij die ze wilde koken. Plotseling zag ze een weerspiegeling in de ketel. Ze keek omhoog en zag dat mythiese oude man op het dak stond, waar hij door het rookgat naar beneden loerde. De vrouw zei tegen zichzelf:
‘Kom ketel, raak snel aan de kook.’
Even later sprak ze hardop:
‘Mooi, dat is klaar, ik zal je zo te eten geven, spleet.’
Ze haalde de ketel van het vuur, zette hem op de vloer en nam de vis er uit die ze op een houten bord deed. Ze kleedde zich helemaal uit, ging naakt op de grond zitten, spreidde haar benen, schoof het bord tussen haar dijen en zei:
‘Eet maar op jij.’
Toen haar schaamspleet niet reageerde gaf ze die een klap en zei:
‘Nou, waarom eet je niet, tast toch toe!’
Mythiese oude man keek en dacht: het is interessant om te zien hoe haar kut gaat eten. De vrouw sloeg haar geslachtsdeel opnieuw:
‘Vooruit! Je dwingt me toch niet weer om zout te vragen aan de Russen? Waarom kan je niet eten zonder zout? Goed dan, ik zal de Russen wel weer om zout gaan vragen, ik zal het je brengen en geven. Maar als je dan nog niet eet, zal ik je een aframmeling verkopen.’

Mythiese oude man luisterde en dacht: het is uiterst merkwaardig. Ik zal hier even wachten om te zien hoe zij die spleet te eten geeft en pas dan zal ik mijn tanden in haar zetten.
De vrouw kleedde zich aan, verliet het huis en rende naar het dorp om te vertellen dat mythiese oude man op het dak van haar huis stond en door de schoorsteen naar beneden keek. De dorpsbewoners zeiden tegen haar:
‘Ga naar huis en doe alsof je je kut te eten geeft. Terwijl hij jou beloert zullen wij hem van achteren besluipen en doden.’ De
vrouw ging haar huis weer binnen, kleedde zich uit, spreidde haar benen en deed alsof ze haar kut zou gaan voeren. Mythiese oude man keek toe en kon zijn lachen niet bedwingen. Op dat ogenblik besprongen de mensen hem van achteren en staken hem met hun messen. Hij zakte kronkelend van pijn en krampen in elkaar en werd plotseling onzichtbaar.
‘Nou,’ zei mythiese oude man tegen zichzelf,’ daar werd ik bijna door een list van deze vrouw vermoord! Ik zal voortaan niet meer openlijk naar de mensen gaan maar overal in onzichtbare gedaante verschijnen.’
Hij was kwaad op alle vrouwen en begon hen de voet dwars te zetten. Toen de vrouwen hun messen wilden slijpen verborg mythiese oude man hun wetstenen. Toen de wetstenen onvindbaar bleven, slepen de vrouwen hun messen op leer. Mythiese oude man verborg al het leer waardoor de vrouwen hun messen op hout gingen slijpen. Daarop verborg hij het hout, maar de vrouwen scherpten hun messen met aarde. Mythiese oude man probeerde alle aarde te verstoppen, maar de vrouwen vonden steeds weer andere aarde. Toen gaf hij het op en zei:
‘Wel, de vrouwen hebben het van mij gewonnen. Ik zal de aarde niet meer verstoppen. Ik kan onmogelijk alles ter wereld verbergen.’

Joekagieren Jan. 1902. Verteld door een vrouw.