12
Het verlangen wordt soms Soms is het een steen
zo groot dat het vorm aanneemtsoms is het een appel
de vorm van een zin vandaag een servet
die nog niet bestaat
alleen maar betrapt dat bevriest in zijn wit
hoeft te worden in de in de bedrieglijke kamer
lege kamer leeg als het idee over
 
hij hangt in de lucht wat leeg is (zou moeten zijn)
ligt al in de mond maar waar altijd leven is: een stille
voor op de lippen vingertip op trillende lippen
 
het verlangen is groot
maar meestal is de wereld
nog groter
 
 
 
 
34
Kun je je iets zwarters De kamer helemaal zwart maken
voorstellen dan wit, iets zodat je niets meer kunt zien
nog witters dan deze zwarte stip dan begint het pas goed
 
wie iets vernietigt bij het licht van je eigen
houdt altijd iets over verlangen groet je lip-
een begin van iets anders lezend als een kip zonder kop
 
verlangen: de zucht tot het ideaal van het
verandering vult on-lege ei of dat van
zichtbaar de kamerde afwezige dop
 
 
 
 
56
Dit snakken naar een De geur van uitgebloeid gras
schaduwloos bestaan het luchtig zweven van het zaad
doet alle lust vergaan is wit noch zwart
 
ontleedt de dans in passen maar herinnerd, ingekort
raakt niemand aan, zinnen ingedikt tot
panisch handenwassen wat hier staat: de zin
 
moge ze vuil worden in de vorm van een zin
moge ze graaien in de aarde en daarom alleen hier
moge ze jou te pakken krijgenvruchtbaar beeld
 
 
 
 
7 8
Dat is wat verlangen klaarmaakt Halverwege, dat is het beeld
niet een betere wereld maar tussen appel en hand
zoals hij is (zie onder gras, zie onder zaad) steeds scherper geschild
 
en doorgaat buiten de perken steeds leger gemaakt
waar de appel ligt sneeuw vult de regels
te wachten op de hand blindeert stil de grenzen
 
die aandachtig en stil zo danst verlangen halverwege
luisterend in het klok- en vrij als een slinger
huis kruipt verijlend verschil
 
 
 
 
910
Halverwege en vrijHet is niet anders
halverwege niet vrijd.w.z. het is en
dat is de beweginghet is ook anders
 
die de appel naar dehet is een kamer
hand slingert de handdie zichzelf verbouwt
in de richting van de appelzijn eigen sloper is
 
nergens een scherp focuspas als de mond
klaagt de bril en raaktde grond raakt zijn zij
van onthutsing beslagentenslotte even groot.