Zoals men weet liet de listige Odysseus zich, toen hij het eiland van die mensenverslindende zangeressen, de Sirenen, in zicht kreeg, vastbinden aan de mast van zijn vaartuig, maar de roeiers stopte hij was in hun oren zodat zijn esthetisch genot dank zij hun was en zijn touwen niet in gevaar kwam. Toen ze het eiland op gehoorsafstand voorbij roeiden, zagen de dove knechten hoe onze held aan de mastboom kronkelde alsof hij zich ervan probeerde los te maken, en hoe de verleidelijke vrouwen hun kelen deden zwellen. Alles verliep dus ogenschijnlijk zoals was afgesproken en voorspeld. De hele oudheid geloofde dat de list van de sluwaard geslaagd was. Ben ik dan de eerste bij wie twijfel rijst? Ik denk namelijk dit: alles goed en wel, maar wie – behalve Odysseus – zegt dat de Sirenen echt gezongen hebben toen ze zagen dat de man was vastgebonden? Zouden deze sterke en ervaren vrouwen hun kunst werkelijk aan mensen hebben verspild die geen bewegingsvrijheid bezaten? Is dat het wezen van de kunst? Dan veronderstel ik toch liever dat de halzen die de roeiers zagen zwellen met volle kracht scholden op die vervloekte, voorzichtige provinciaal, en dat onze held zijn (eveneens door ooggetuigen waargenomen) kronkelingen volvoerde, omdat hij zich uiteindelijk toch geneerde!
 
Circa 1933
 

1 Ook bij Kafka is een correctie van dit verhaal te vinden; het schijnt echt niet meer helemaal geloofwaardig in onze moderne tijd!