Juist de visuele registratie van wat er gebeurt bij het onder woorden brengen van herinneringen, het zoeken naar de juiste woorden en tegelijk de interpretatie van de gebeurtenissen wordt in de film Shoah van Claude Lanzmann een wezenlijk deel van de tekst, te meer daar in deze film alle fasen van de vertaling op het doek te zien zijn. Dat heeft onder meer het effect dat men zich in een meertalige klankruimte waant waar de ervaringen welhaast naar taal op zoek lijken te zijn. ln Shoah stelt Lanzmann zijn vragen in het Frans, die worden dan door een tolk in het Pools, Jiddisch of Hebreeuws vertaald, in een van deze talen beantwoord, in het Frans terugvertaald en dan in Frankrijk met Engelse ondertitels geprojecteerd. Voor de toeschouwer worden vragen en antwoorden dus letterlijk driemaal in verschillende vertalingen (dat wil zeggen interpretaties) herhaald. En hoewel iedere taal aan de getuigenis een geringe andere wending geeft, heeft men bijna het gevoel dat geen van deze talen alleen tegen deze taak was opgewassen. Deze herhalingen en ogenschijnlijke herformuleringen van de gebeurtenissen in taal en de indruk dat de gebeurtenissen zich aan de taal onttrekken, maken hier zelf deel uit van de tekst.

Een ander belangrijk deel van de tekst is dat vragen en antwoorden voor de camera door Lanzmanns tolken worden vertaald (en meteen geïnterpreteerd). Lanzmann heèft weliswaar moeite gedaan zijn vragen zo direct en ondubbelzinnig mogelijk te stellen, niettemin klinken ze bijwijlen zo ironisch of zelfs sarcastisch dat de getuigen zich beledigd hadden kunnen voelen wanneer zijn zinnen niet door de tolken anders geformuleerd waren. En zoals blijkt, hebben zijn tolken ook de antwoorden gefilterd doordat ze probeerden alleen datgene weer te geven wat hun met betrekking tot Lanzmanns vraag relevant leek. De tussenpersonen zijn in dit geval duidelijk interpreten: ze vertalen de Franse vraag in een aanvaardbaar Poolse vraag, krijgen hierop een Pools antwoord en tolken dat terug in het referentiekader vanhet Franse origineel, waarbij zij het zelfs enigszins corrigeren om het met de bedoeling van de oorspronkelijke vraag, zoals zij die begrijpen, in overeenstemming te brengen.

Hier wordt dus niet alleen een geschiedenis of een verhaal met de middelen van de film of videotechniek gedocumenteerd, maar het gaat letterlijk om de totstandkoming van de getuigenis: de ingespannen en bewuste keuze van woorden, de selectie van details en herinneringen, het effect van deze details op de spreker en ten slotte het effect van de details op de vertelling zelf. We kijken toe hoe ervaringen tot taal worden, we nemen waar op welk moment de herinnering in taal veranderd wordt, ni et zelden voor de eerste keer. Terwijl de schrijver het zwijgen moet verbreken om het te laten zien, is dit zwijgen in de videogetuigenis even aanwezig als de woorden zelf; het zwijgen dat in een gedrukt boek hooguit in de vorm van lege bladzijden kan bestaan, gaat hier gepaard met het beeld van een mens die zwijgt, die geen woorden vindt. ln tegenstelling tot de literaire getuigenis kan de videogetuigenis ook het nietvertellen van een gebeurtenis laten zien, het moment waarop de herinnering niet in taal veranderd wordt. Wat we beleven is het spreken en het niet spreken, de beslissing of men moet doorgaan of niet. ln onderscheid tot het geschreven bericht dat ertoe neigt de ruimten tussen woorden en gedachten op te heffen, blijven in de videogetuigenis de pauzes en aarzelingen bij het vertellen van een gebeurtenis behouden.

( …)

ln de op beeld vastgelegde getuigenis zien we ook de sporen van gebeurtenissen die de overlevende niet vertelt, sporen die in zijn ogen, zijn gebaren, zijn mimiek te volgen zijn. Dat alles krijgt een plaats in de totale tekst van de videogetuigenis en laat ons veel meer zien dan wat we zien en horen. Zodoende begrijpen we dat de herinnering niet alleen door het vertellen, maar evenzeer door lichaamstaal en gedrag wordt doorgegeven. We stellen vast dat er vormen van getuigenissen zijn die alleen via film en video toegankelijk zijn, vormen van getuigenissen die we met eigen ogen moeten zien. ln Breaking Silence, een film van Eva Fogelman over de kinderen van overlevenden en hun verhouding tot hun ouders, ontdekken we dat deze kinderen een bepaald begrip van de gebeurtenissen geërfd hebben, een hele wereld van herinneringen die weinig te maken heeft met datgene wat hun ouders hun verteld hebben. Voor veel kinderen lag het probleem juist daarin dat hun ouders niets verteld hebben, dat ze eerder met ontelbare gedragspatronen en nonverbale tekens geconfronteerd waren die ze nauwelijks konden duiden. Wat de ouders te vertellen hadden kwam onder andere tot uiting in hun permanente verstrooidheid, overbezorgdheid, het onbewust bagatelliseren van de problemen van de opgroeiende kinderen (vanuit het perspectief van Auschwitz) of eenvoudig in schuldgevoelens omdat men overleefd had. En hoewel dat alles vermoedelijk nooit met evenzoveel woorden gezegd werd of expliciet verklaard, is het aan de kinderen via talloze banale kleinigheden als herinneringen overgedragen. En zoals lichaamstaal, zwijgen en andere nonverbale gedragsvormen, zo verschaffen de overlevenden in hun getuigenissen op film of video aan de toeschouwers bepaalde nietverbale boodschappen en herinneringen.

 

Uit: James E. Young, Writing and Rewriting the Holocaust. Narrative and the Consequences of Interpretation, 1988.