Neemt u mij deze schijn van gebrekkigheid in onze betrekkingen niet kwalijk. Nooit zal ik het duidelijk kunnen maken.

Kunt u mij echt niet bij elke ontmoeting beschouwen als een grappenmaker? Ik lach nu omdat ik er zo ernstig over spreek, beste Horatio! Niets aan te doen! Het woord, hoe dan ook namens mij, beschermt mij beter dan het zwijgen. Mijn doodshoofd zal eruit zien als het slachtoffer van zijn uitdrukking. Dat overkwam Yorick niet toen hij sprak.

______________

Uit: Twaalf geschriftjes